616 naar het front dat al in de buurt van Berlijn ligt. En in het westen zijn de Geallieerden ergens bij de Rijn. Het Ardenner Front is in elkaar gestort en de transporten gaan nu van oost naar west. Er wordt gebombardeerd en er is vaak luchtalarm. Er trekken veel vluchtelingen uit Berlijn langs, zij zijn op de vlucht voor de bombardementen. Hier in de buurt is ook een concentratiekamp. Een paar mannen moesten kribben halen die daar gemaakt werden. Zij kregen zwijgplicht en mochten niet praten over wat ze daar zagen. De stemming is slecht. Er wordt geruzied, gescholden en in de bijbel gelezen, vooral door de Zuidhollanders van de eilanden. 6 Februari is mijn verjaardag. Ik word door Freek gefeliciteerd. De barakfuhrer kwam vroeg controleren, dus hadden we tijd om wat piepers te koken op het kacheltje. Om 11 uur werd achter een berg een spoorlijn gebombardeerd. Wij verscholen ons voor de duikende jagers achter een hoop grond, 's Avonds aten we koolsoep en we rookten ons maandrantsoen van 20 sigaretten op. Ik moest voortaan op een dragline werken, 's Morgens om 6.15 weg en 's avonds om 6 uur terug in het kamp. Een half uur lopen door de blubber naar de spoorlijn waar de dragline stond, die werd door een generator aangedreven. Elke morgen dus 24 emmers water halen en dan de brandstofhout en kolen.Het voordeel was dat we ons voor we terug gingen,konden wassen met warm water en dat het in het stookhok lekker warm was. Ons rantsoen bestond toen uit 1 liter aardappelsoep 's avonds. 10 februari: de motor van de dragline is nog steeds kapot.We hebben spijkers zitten uittrekken en we hebben wat plankjes meegenomen naar het kamp.Die timmeren we aan de kribben, bij wijze van tafeltje om wat op te zetten.Zondag kregen we pap in plaats van soep. 13 februari: Freek is jarig.Hij heeft heimwee. Hij werkt hier vlakbij, bij burgers en krijgt daar wat eten dat hij dan ook voor mij meeneemt. Dan proef ik wat vet of spek. Zonder hem was ik nergens. 19 februari:EEN KRANT Wij leven bij geruchten. De hele oorlog is een puinhoop. Er zijn zoveel vluchtelingen die ronddwalen en eigenlijk nergens heen kunnen. Van beide zijden komen de frontsoldaten. Russen uit het oosten, Amerikanen uit het westen, maar hoever ze precies zijn is ons niet bekend. Je merkt het aan de rantsoenen, het wordt steeds beroerder. Bij het laatste bombardement zijn 2 locomotieven kapot geschoten en de dragline is ook nog steeds kapot. 16 februari:naar een machinesloper. 17 februari: de lier wilde er niet uit, dus lekker vroeg terug. 18 februari: zondag- de lier was er uit.Freek kwam met aardappelsoep met spek aan. Weer een krant 22 februari:Nordhausen gebombardeerd, 8 bommen, 6 x luchtalarm.Die vliegtuigmitrailleurs zijn het ergste. We liepen voor ons leven.De militaire trein liep leeg en de mensen uit Nordhausen liepen overal. We krijgen 7 sneetjes brood per dag, maar de Hollanders uit de grote steden groeien zelfs daar nog van. Het was in Rotterdam en Utrecht al heel slecht toen ze ons oppikten. In de buurt hier woont een soldaat met verlof, hij moet terug naar Enschede. We zullen hem brieven meegeven, en hopen dat ze aankomen. 26 februari: er is geen poetskatoen en geen olie voor de dragline, de kachel brandt niet meer en de lampen zijn kapot. We kregen wel een stukje zeep. Er zijn aardappels gestolen. Alles is doorzocht, 20 kg. werd gevonden. De

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1994 | | pagina 13