591
Keeren wij naar Den Oever van 50 jaren terug, want één onzer lezers maakte
zich al bang, dat we den ezel van Evert zouden vergeten, en kwam ons dit
melden. Maar zoover waren we immers nog niet; we hadden de Miengtstraat
onderhanden en daar hebben we werkelijk 't kruidenierswinkeltje van Peet
Geertje vergeten (op die plaats staat nu 't Postkantoor).
Ja, t waren alleen maar "winkeltjes", meestal blauw opgeschilderd, doch
ze redden t best, want ze deden er allen wat bij, 't zij visschen of wier
drogen of boerderij. Zoo had Jan van Peet Geertje een boerderij, een wierpers
en hij was organist in de Kapel. En juist dat laatste willen wij extra aan
de vergetelheid ontrukken, omdat hij bij 't orgelspelen tijdens de dienst,
krachtig meezong, en menig oog van de kerkgangers richtte zich omhoog als
de zanger-organist een Psalmvers inzette.
Rechts voor de Miengtstraat uit, op de plaats waar nu de slagerswinkel van
Kaan staat, was 't "ermhuus" (het armenhuis).
t Was een heel oud huis in tweeen bewoond, maar de gezinnen die er in waren
ondergebracht, voelden zich blijkbaar tevreden, te veronderstellen aan de
gezellige buurpraatjes die men door de vrouwen des huizes over de onderdeuren
dagelijks zag voeren. Doch vergeleken bij toen, zijn er nu geen armen
meer.Geen rijksof gemeentelijke steun; alleen de diaconie moest hier helpen.
Een paar roggebroodjes per week, wat spek en in de winter turf, dat konden
ze dan halen, doch in den zomer deden de menschen hun best nog iets bij elkaar
te garen.
De vrouwenden kinderen gingen te "lesken"; dat wil zeggen, als de boer 't
graan van t land had gehaald, dan zochten zij de losse aren die waren achter
gebleven, of erwten en boonen.
Weringen
Het lange huis in het midden is het "ermhuus".
X^orddijk, ötver
UitgaveJ. Egvliitan