547
Vrijheid,vrijheid dat is en het parool.In veel opzichten is de
laatste 25 jaar veel vrijheid verloren gegaan. Er is een uitgebreide sociale
wetgeveing tot stand gekomen. "Dat zijn Pruisische wetten,"zegt men,"die
niet berusten op de traditionele Nederlandse vrijheidszin."
Ook op andere gebieden heeft de regering regelingen getroffen. "Maatregelen"
heet dat op z'n Hollands. Dat is overigens ook goed Duits.Een beter Nederlands
woord bestaat niet, wordt in elk geval niet gebruikt.
Alle zaken, die de Hollandse vrijheid beperken, worden "Duits" of "Pruisisch"
genoemd.
De Nederlanders zijn beslist anti-Duits.Niet echt fanatiek, meer gemoedelijk
anti-Duits zou men kunnen zeggen.En ze verkopen Duitsland graag hun kaas,
of ze maken het land blij met hun koloniale waren.
Goede handelsbetrekkingn met Duitsland zijn voor Nederland heel belangrijk.
En daarom is men blij als het Duitsland goed gaat. Een kredietwaardige klant
is beter dan een slecht betalende.
Ook met Engeland doet Nederland goede zaken. Toch houdt men niet van de
Engelsen.Die vindt men te afstandelijk.Maar de Hollanders beseffen niet dat
ze zelf misschien nog wel afstandelijker zijn.
Verhoudingsgewijs kopen de Fransen weinig in Nederland.Weliswaar zijn zij
vroeger meerdere keren Holland binnengevallen om het te veroveren en te
tiranniseren, maar dat zijn de Nederlanders vergeten.
De Hollanders zijn godsdienstig, filosofisch en moreel heel anders
geaard.Eigenlijk vinden ze de Fransen lichtzinnig.Toch mogen ze ze wel.In
Den Haag is b.v. een Franse opera.Dat is een culturele "must".Gemeentegeld
wordt beschikbaar gesteld om die opera in stand te houden.Een Nederlandse
opera kan maar nauwelijks bestaan.
Het is me eigenlijk niet helemaal duidelijk geworden waarop deze voorliefde
voor Frankrijk berust.Misschien geldt ook hier: de uitersten raken elkaar-
les extremes se touchentlEn er schuilt een grote waarheid in de woorden van
één van de grootste politieke leiders uit de vorige eeuw,Abraham
Kuijper"Broeders en zusters ruziën het meest met elkaar".
Een Duitser kan een Nederlander niet kwader maken, dan te verwijzen naar
de stamverwantschap.En wanneer men ook nog zegt, dat Holland vroeger eigenlijk
bij het grote Duitse Rijk heeft behoord, riskeert men een morele oorvijg.
Toen de oorlog uitbrak heeft het binnentrekken van Belgie deHollandse
gemoederen danig in beweging gebracht.
Voor strategische plannen had men geen interesse.Dat België alleen bij de
Duitse grens en voor Frankrijk open lag, wist men in Holland nauwelijks.Men
geloofde dat Belgie vanzelfsprekend neutraal zou blij ven.Die neutraliteit
zou door Frankrijk niet geschaad worden.Dat Duitsland het land zou
binnentrekken, had men niet durven geloven.De verklaring van Bethman-Hollweg
hoe eerlijk ook gemeend, riep in Holland een tegengestelde indruk op.
De algemene gedachte werd nu: wat heden met Belgie geschiedt, kan morgen
met ons gebeuren.Hoe sterk de anti-Duitse stemming was, laat zich daaruit
afmeten, dat de eerste voorzitter van de sociaal-democratische partij,
Vliegen, in "Het Volk", het officiële blad van die arbeiderspartij, een
artikel schreef, waarin hij de vraag stelde, of nu niet het ogenblik gekomen
was om de Belgische broeders met wapens terzijde te staan.