546 HOLLAND GEDURENDE DE OORLOG Geen land is meer door de oorlog verrast dan Nederland.In Nederland dacht men absoluut niet aan de mogelijkheid dat er oorlog zou uitbreken.Geen volk is zo vredelievend ingesteld. De Hollanders houden van vrijheid, ze hebben een hekel aan orde en tucht. Hoewel de regeringen in Nederland tamelijk stabiel waren, vielen de ministers van oorlog als losse bladeren in de herfst.De linkse partijen vertegenwoordigden het standpunt: geen man en geen geld.Toch waren het goede patriotten. De militaire organisatie beschouwden zij als een bodemloze put.Oorlog kwam er immers toch niet !De volkeren waren veel te beschaafd, het kapitaal te internationaal, en bovendien... de arbeiders waren veel te mondig geworden, die dachten er niet aan zich als kanonnenvlees te laten gebruiken. De centrum- en rechtse partijen huldigden wel het standpunt, dat het vaderland verdedigd moest worden. Maar men behoefde zeker niet meer inspanning te leveren dan absoluut noodzakelijk was.Ja, men heeft in volle ernst meerdere malen zelfs met minder dan het minimum genoegen genomen.Ook in dze kringen geloofde men, dat de mogelijkheid dat er oorlog zou uitbreken alleen theoretisch bestond. Heel levendig herinner ik mij een interessant debat tussen een conservatief-liberale en een socialistische partijleider.Zij spraken over de mogelijkheden van een oorlog en werden het er tenslotte over eens, dat er geen oorlog meer uitbreken zou; want wanneer de Engelse zeemacht Hamburg zou bombarderen, moest Engeland zelf de schade door zijn verzekeraars laten betalen. Het Hollandse anti-militarisme is in eerste instantie uit de afschuw van geweld te verklarenIeder mens wil soeverein zijn op zijn eigen stukje grond.Indien het mogelijk zou zijn een leger te hebben zonder sergeants-majoor, zonder kapiteins en generaals, in wier handen de totale organisatie ligt, dan zou men er misschien anders over kunnen denken. De ambtenaren zijn de dienaren van het volk. Wee degene, die daar anders over denkt! Men zal hem gauw laten voelen, dat de belastingbetaler zijn broodheer is. Vanzelfsprekend komt in het militaire en burgerlijke bestuur af en toe iets naar voren, dat andere naties als komisch ervaren. Wanneer iemand b.v. op de drukke punten van Amsterdam de straat verkeerd oversteekt, kan het hem gebeuren, dat de verkeerspolitie vriendelijk groetend, opmerkt:"Mijnheer, mag ik u er vriendelijk op wijzen, dat het gevaarlijk is links te houden; het maakt mij verder natuurlijk niet uit, ik zeg het alleen in uw eigen belang; want als iedereen zijn eigen verkeersregels instelt, hebben wij dagelijks veel slachtoffers te betreuren." En bepaald grappig is het een politieagent tegen een opgewonden figuur, die hem onbeschoft aanspreekt, te horen zeggen:"Gaat u toch naar huis, lieve man, wat hebt u eraan als ik u een bekeuring geef; het geeft u veel moeilijkheden en ongemakken en mij ook." De Nederlander behoudt zich het recht voor zijn kinderen naar een school te sturen, die hij zelf bestuurt.De staat bemoeitzich er niet mee, zo lijkt het.Maar betalen moet de staat wel. Er zijn in Nederland 80 geloven en 250 secten.Dat aantal breidt zich nog steeds uit. Inmenging van de staat wordt ook hier niet toegestaan.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1994 | | pagina 8