De eerste keer dat ie dat zag vroeg de prins wat dat was en toen mijn oom
vertelde van dat meisje, dat ziek was, heeft ie het goed in z'n oor geknoopt
want een hele tijd later, toen ze er weer langs reden, zei hij dat oom moest
stoppen. Hij stapte uit en bracht dat meisje een doos chocolaatjes.
Alsjeblieft en tot ziens. Dat is later nog een paar maal gebeurd. Ik denk
niet dat dat meisje ooit geweten heeft wie hij was, want hij bleef nooit
praten met het kind. Ze reden zo weer verder, zei m'n oom."
CADEAUTJES
Een andere aimabele hebbelijkheid van de kroonprins was om met zijn
verjaardag, 6 mei, een paar goede vrienden en bekenden cadeautjes te geven.
Zelf wou hij nooit iets hebben. De moeder van de heer Bruul was op dezelfde
dag jarig. Eens kreeg ze van de prins op zo'n dag een kristallen bonbonnière
waarin een sierlijke W was gegraveerd. Ook dit kleinood behoort nog altijd
tot de schatten van de familie. "Het was dus niet zo'n wonder, dat hij er
er§ °P gesteld was om ook met Kerstmis iets te doen voor de mensen", vindt
Bruul. "Vooral voor de kinderen.God zal weten hoe ie z'n eigen kinderen heeft
gemist.We hebben ze hier nooit gezien. Z'n vrouw is wel een paar keer
geweest
De Maartje Poel van toen heeft dergelijke kerstfeesten in de pastorie een
paar maal meegemaakt. Hoe vaak is haar ontschoten, zeker een keer of drie.
Er kwamen hooguit acht of negen jongetjes en meisjes want meer kon het dorpje
niet leveren en alles ging er heel gemoedelijk aan toe. De prins was
natuurlijk niet alleen in huis. Hij had zijn verzorgers en helpsters zoals
een majoor Muller, een cavalarist die Soebeltitz heette, de bedienden George
Schultz, Herman Wulk en Frau Erna Wulk, een rentmeester, wiens naam vergeten
is, de kokkin Frieda Sonntag en Erica Volmar, die de brieven tikte.
ÏÏïSS3eaSöaSgjS3S0&i] 93on meincr Sulci
r, 574
$ciri) ooit t>en Ccner