572
KERSTFEEST BIJ KROONPRINS IN BALLINGSCHAP
(een artikel in de Leeuwarder Courant van 24 december 1985, kerstbij lage
door Jelte Mulder)
Wie is er ooit uitgenodigd om kerstfeest te komen vieren bij een zoon van
een keizer
Misschien een enkele sterveling in tijden, dat koningen en keizers nog ruim
voorhanden waren en je behoorde tot die benijdegroep waarmee dergelijke
praalhanzen omgingen. Maar voor een lief maar eenvoudig meisje van buiten
was zo'n verrukkelijke belevenis toch zeker niet weggelegd
Mevrouw Bruul uit Den Oever, eens Maartje Poel uit het piepkleine dorpje
Oosterland op Wieringen, moet er om glimlachen. Want zij weet wel wat
kerstfeest bij een prins betekent. Voor haar althans geen schitterend bal
onder flonkerende kroonluchters in een paleis vol sjieke gasten, maar een
paar tractaties, een cadeautje, een meneer aan de piano naast de kerstboom
in de wat sobere voorkamer van een oude pastorie. De pianist en gastheer:
de Duitse kroonprins Wilhelm von Hohenzollernbanneling op het eiland. En
we schreven 1919.
Wij citeren een aantal stukjes uit het artikel die in het bijzonder over
Wieringers gaan:
De overheid had de ex-kroonprins de pastorie van het dorp Oosterland
als behuizing toegewezen. Wieringen telde toen 3150 inwoners, nu 8150.
Oosterland heeft nu 380 inwoners en dus zal dat aantal kort na de Eerste
Wereldoorlog meer dan de helft minder geweest zijn. Er stonden in die tijd
hooguit dertig huizen. Volgens journalisten van de vaste wal, die er met
de neus bijstonden toen de woning door een groepje bedienden werd ingericht,
nam men het Ds.de Vries erg kwalijk, dat hij zijn huis had afgestaan en dat
nog wel zonder de kerkeraad er in te kennen. Ook zou de Wieringer bevolking
welke een goede boterham verdiende in de visserijde veehouderij en de
wierteelt, helemaal niet zo gelukkig zijn met de komst van de Duitse
snoeshaan, ja zelfs wat vijandig tegen hem aankijken. Het kan zo zijn geweest,
doch eerlijkheidshalve moet wordengeconstateerd dat Wilhelm geen aanleiding
gaf voor een dergelijke afwijzende houding en dat ook nimmer heeft gedaan.
Hij toonde zich al meteen bij de eerste interviews, die hij gelaten onderging,
een vriendelijk man zonder enige arrogantie, bereid om iedereen hoffelijk
te woord te staan:"Ik ben Nederland dankbaar""Neemijn vrouw is inderdaad
niet mee gekomen naar Wieringen""Ik meen een kentering in de revolutie te
bespeuren""Ik weet niet hoe lang ik op het eiland zal verkeren". Te
verwachten antwoorden op onvermijdelijke vragen. In de loopvan zijn vijf
jaren Wieringen werd hij daar zelfs eniger mate populair. Hij zal zich
soms dood hebben verveeld, maar bleef goedsmoeds en probeerde er het beste
van te maken.
OP KLOMPEN
Jan J.Bruul (77) uit Den Oever heeft de kroonprins bijzonder goed leren
kennen.Zijn vader was postkantoorhouder in dit dorp, evenals Jan later ook,
en er kwam nogal wat post voor de Duitse gast, die op zijn beurt dikwijls
ten burele verscheen om stukken af te geven. "Hij liep soms op klompen",
herinnert de heer Bruul zich."Dat vond ie wel zo makkelijk.Ik herinner me
dat hij eens voor ontvangst moest tekenen en dat met zijn zilveren vulpotlood
wilde doen."Dat mag niet, hoogheid", zei mijn vader, "dat moet met
anilinepotlood of met inkt". Toen vader hem de pen aan reikte, schoof de