566
NADAT DE KROONPRINS VAN WIERINGEN VERTROKKEN WAS.
26 juni 1936
Prins
C.J.Bosker
Elisabeth Luijt
Zaterdag na de middag. Zo'n echte zondagsstemming hangt over het eiland.
De vrouwen hebben zich uitgesloofd hun huizen blinkend schoon te maken, zodat
je je in de wanden en vloerenkunt spiegelen.Zelfs de voorkant van de huisjes
wordt, zoals elke zaterdag, duchtig met water en zeep bewerkt.
De mannen lopen wat rond voor hun huisjes en proberen hoe de pasgekochte
rook- en pruimtabak smaakt.Hun enige werk is nog de straatjes voor hun huizen
met behulp van diverse emmers water te schrobben, en ze doen dat met dezelfde
ijver en even gewetensvol waarmee men in andere landen bij de grote schoonmaak
de vloeren van de kamers reinigt.
Het is nevelig weer, zoals altijd op het eiland. De wind strijkt over de
huisjes. Toch verdrijft dat nauwelijks de nevel. Af en toe motregent het
wat.Alles is grijs: de lucht, het land en het water.
Het wordt donker.In het café is de grote lamp boven de stamtafel al
aangestoken; haar stralen dringen spookachtig tot de straat door. Een dozijn
mannen zijn rond de tafel gaan zitten; zij drinken hun kleine sterke jenever
met een paar druppeltjes elixer, die zij "oude Cats" noemen.Hun kelen zijn
dorstig.Steeds vlugger zijn de glaasjes leeg. Maar de jenever heeft niet
de normale uitwerking; de groep blijft bijeen. Je kunt zien dat ze zorgen
hebben.