564
"In de Sociëteit merkte ik dat het Ministerie van Oorlog en van Binnenlandse
Zaken het er niet mee eens waren,dat de kroonprins op een Zuiderzee-eiland
ondergebracht zou worden. Een collega van het Ministerie van Waterstaat wist
reeds temelden, dat Onnen geinformeerd had of het onbewoonde eiland Schokland
niet als verblijfplaats zou kunnen dienen. Bij Waterstaat vond men die
gedachte pure onzin. Eerst was men van plan een lange brief te schrijven,
maar toen Onnen zelf opbelde, heeft het bevoegde afdelingshoofd deze gedachte
bij Onnen uit het hoofd gepraat. De brief is in ieder geval nooit verstuurd.
Toen bleven over Marken, Urk en Wieringen.
Op Urk werden Engelse vliegeniers geinterneerdZij hadden de plaatselijk
instanties veel ergernis bezorgd. Eén van die vliegeniers moest elke dag
zijn erewoord geven dat hij niet zou vluchten. Dat wilde hij alleen
schriftelijk doen. Op een goede dag had hij zijn' vulpen gevuld met
"sympathie"-inkt.Een uur na de ondertekening was deze weer verdwenen. Zodat
de officier zich vrij voelde en een snelle motorboot vond, die hem naar de
vaste wal bracht.Waar de mensen van Onnen hem weer oppakten.Ondanks alle
moeilijkheden met de internering van de Engelsen op Urk hield Onnen dit
Zuiderzee-eiland toch voor een prima interneringsoord.
Wij, van Buitenlandse Zaken, wisten al gauw dat voor de kroonprins Marken
of Wieringen beter zou zijn. Weet u, waarom van Marken werd afgezien?- Er
stond daar geen huis, dat niet regelmatig vol water stond.Bovendien was op
Marken nogal druk vreemdelingenverkeerIn de zomer kwamen er per dag honderden
Amerikanen. Dat vond Onnen te gevaarlijk. Het zou eenvoudig zijn daar een
ontsnapping te organiseren. Dus bleef in Onnens gedachtengang alleen Wieringen
over.
Ik kan nu wel verklappen dat Buitenlandse Zaken er moeite voor gedaan heeft
een betere interneringsplaats te vinden. Wij hebben b.v. het mooie
Noorzee-eiland Texel voorgestelddaarna hebbenwe gepoogd de kroonprins in
een grote villa in Aerdenhout bij Haarlem onder te brengen - een villa in
Zweedse stijl, die van een rijke Amsterdamse koffiehandelaar van Duitse
afkomst was.U weet nu wel, wie ik bedoel. Maar Onnen wilde er niet van horen.
Toen gebeurde er iets onverwachts. Plotseling werd er onofficieel door een
bemiddelaar van Franse en Engelse zijde geinformeerd, of het waar was dat
Nederland de kroonprins net als de keizer in een mooi kasteel wilde
huisvesten, en zou als consequentie daarvan moeten aanvaarden dat Nederland
een Duits-monarchistische propagandahaard zou worden.
Op Buitenlandse Zaken ontstond flinke opschudding. Met welk recht staken
de Fransen en de Engelsen hun lange neus in onze binnenlandse aangelegenheden
De bevoegde ambtenaar wilde alles liever dan een ruzie.Vooral in deze
gespannen tijden moest men het hoofd koel houden.Hij heeft toen een
diplomatiek meesterstukje geleverd.Hij heeft aan die landen iets duidelijk
weten te maken, wat wij en met ons onze volkenrechtspecialisten, nooit
begrepen hebben.
Hij formuleerde het ongeveer als volgt:
De keizer kunnen we niet buitensluiten.Hij geniet asielrecht.In het
volkenrecht is zijn situatie duidelijk omschreven.Hij woonde eerst in
Amerongen.Als hij zou willen verhuizen, is hij daar vrij in.Hij is leider
van de tegenpartij geweest.Holland was neutraal. Daaruit volgt dat alles
wat hij doet en dat bij controle hetzelfde blijkt als de voorgaande situatie
kan doorgaan.
Maar bij de kroonprins ligt de situatie anders. U zegt, dat hij een politieke
misdadiger is. Dat kan wel zijn, maar uitleveren mogen we hem niet. Wij
accepteren de plicht, die meer een morele is dan een internationaal
rechterlijke om hemte isoleren.Wees maar niet bang, wij staan er borg voor