561 IN HET HAAGSE DOOLHOF Den Haag is het mooiste dorp van Europa.Deze uitspraak zou van Voltaire zijn.Honderden diplomaten hebben dat herhaald. Op welke andere plaats vindt men vlak bij elkaar bos, zee, duinen, strand, schilderijen, muziek, een "Witte Sociëteit", diplomatie, restaurants met Hors d'oeuvre varié met verschillende gangen. Eén ding is in Den Haag niet mogelijk:serieus werken. De diplomatieke en andere geesten mogen willig zijn, de geesten zijn ook zwak.... en met al die verleidingen.... In Amsterdam klopt het hart van Holland, Rotterdam heeft zijn scheepvaartverkeer, maar Den Haag heeft hoffelijke politici en trambestuurders, elegante winkeljuffrouwen, heren uit de hele en dames uit de halve wereld. De Hollandse politiek wordt niet alleen in Den Haag gemaakt. Amsterdam heeft een dominerende invloed, speciaal wat betreft de staathuishoudkundige politiek.De meest vooraanstaande politici, de belangrijkste ministers van de laatste halve eeuw, kwamen allen van buiten Den Haag. De president van de Nederlandse Bank, Vissering, de president van de Nederlandse Handelsmaatschappij, Van Aalst, de Raadgever van de Indische OndernemersraadTreub, en andere belangrijke staatkundige figuren hebben geen deel aan de regering, hebben geen mandaat in de volksvertegenwoordiging of in de senaat, toch is hun invloed heel belangrijk. In Den Haag regeert het ambtenarendom.Die maakt de kleine politiek. Daarin heeft ze de vrije hand.Iedere Hagenaar is een politicus. Er wordt geen woord gezegd of er is een politieke uitspraak bij.Hoe moet de Haagse bureaucratie anders de tijd vullen Vanzelfsprekend: de schrijver van dit verhaal is een Amsterdammer. Het beeld, dat hij u van Den Haag schetst, zal wel een ietsje expressionistisch zijn. Den Haag zal wel zeggen, dat deze schets een karikatuur is.Maar gelooft u mij, beste lezers, mijn beschrijving stemt met de feiten overeen. Om half elf komt de ambtenaar in het regeringsgebouw aan.Hij vraagt aan zijn bode - iedere ambtenaar heeft een bode tot zijn beschikking - of zijn chef er al is. Die is er nooit! Dan begint zijn eerste werk. Zijn bode moet hem alle belangrijke Nederlandse dagbladen brengen. Die worden geleend bij collega's. Als ruilobject heeft hij 3 a 4 kranten, waarop onze vriend zelf geabonneerd is. Ondertussen steekt hij een forse sigaar op enlaat door de bode een kop sterke koffie brengen.Af en toe komt een collega z'n kamer binnen en hebben zij schik over één of ander bericht, dat ze in de krant hebben gelezen. Tegen half twaalf deelt de bode mee, dat de chef er is.Dan staat onze ambtenaar op om hem vlug "Goeden morgen" te wensen. Er wordt Goeden morgen gewenst tot ongeveer half twee.Dan wordt het middag .Dat duurt tot het donker is.Daarna zegt men "Goeden avond". "Dag" is het nooit in Den Haag.De chef vertelt de laatste moppen.De minister wordt als mikpunt genomen. Nu willen ze een bericht in elkaar zetten, dat de minister morgen in de Kamer moet voorlezen.Het is een aaneenschakeling van bureaucratische wijsheden. Het zal de positie van de minister niet versterken.Dat is juist de bedoeling.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1994 | | pagina 23