557 "Hekkie", roept de veldwachter en het dier loopt naar hem toe en likt aan zijn hand.En terwijl hij het dier streelt, snauwt hij tegen de reporterJij gemene schooier, dat je op het eiland komt om mij te bedriegen, dat is tot daar aan toe, dat ben je aan je journalistenstand verplicht, maar dat je de euvele moed hebt de kroonprins een gestolen hond te verkopen, dat is ongehoord; maak vlug dat je van het eiland afkomt, anders sluit ik je op; en dat hondje kun je rustig hier bij mij laten, die kan me hier goed helpen en ik zal hem aan de eigenaar teruggeven." Plotseling verschijnt er een ruiter.Hij beweert, dat de kroonprins zijn paard gekocht heeft.De man werd teruggestuurdin de pastorie is geen stal. Dan komt er een bakker, die werkelijk van het eiland is; hij moet gebak in de pastorie brengen. Hij mag passeren, maar zijn maat die voor deze gelegenheid een witte muts heeft opgezet, wordt door de gendarme als een Amerikaanse verslaggever ontmaskerd. Zijn te schone schort verraadt hem. En bovendien sprak hij geen woord Nederlands. Een man, die de papegaai van de kroonprins brengt, krijgt de mededeling dat burgemeester Peereboom graag het beestje wil voeren. Een katholieke geestelijke komt ook niet door de barrière; de agent trekt hem zonder pardon de hoed van het hoofd en zoekt vergeefs naar de tonsuur. Hoe vernuftig en ingenieus de internationale pers ook is, de veldwachters zijn ze de baas. De pers haalt bakzeil.De internationale pers schudt de veldwachters met respect de hand "Met Scotland Yard kan men nog beter zaken doen,"meent een Engelse persman.Hoewel de veldwachters hem niet verstaan, glimlachen ze hem betekenisvol toe."Het is niet aangenaam voor de heren maar wij willen leven en laten leven. De kroonprins moet eerst een beetje tot rust komen." Het wordt heel koud. Het is een vochtige kou, zoals altijd op het eiland.De kou dringt door tot in de botten. En de kou wordt nog steeds erger.Op aanraden van de veldwachters wordt Oude Bols als doorwarmertje aangeraden.Spoedig is iedereen verdwenen.De cafê's raken goed gevuld. Ook de eilandbewoners zoeken hun café op. Zij willen alles goed weten, zij willen het naadje van de kous weten. Of het waar is, dat de pastorie vol soldaten zit. Of het klopt dat de keizer naar de pastorie komt. Of het klopt dat de kroonprinses deze nacht ook komt. Of het waar is, dat het eiland door zes torpedoboten bewaakt wordt. In het café dat ik binnenstap, is het goed warm. De ijzeren kachel staat roodgloeiend. Alle tafels zijn gedekt. Er heerst grote drukte.Dat kwam nog niet vaak voor. De warme erwtensoep met grote stukken vlees, met uien, prei, peterselie, worteltjes, spek, flink wat peper en zout, vet en heet, smaakt voortreffelijk. Daarna volgt het hoofdgerecht: hutspot, wortelen, uien, aardappelen en vette ribstuk, alles door elkaar gekookt. De internationale pers moet wel toegeven, dat ze op de internationale menukaarten dit Hollandse gerecht nog niet zijn tegengekomen. De dochters van de waard bedienen. Hij zelf loopt triomfantelijk door de zaal en lacht naar de gasten. Voor iedereen heeft hij een vriendelijk woord. "Ik hoop dat het u goed smaakt. We hebben nog meer in de keuken. U kunt wel zien dat we op Wieringen niet verhongeren.Er zal voor de kroonprins nog wel wat overblijven. We zullen er voor zorgen, dat hij niet van honger omkomt." "Wat mij betreft kunt u hem rustig laten verhongeren,"zegt een Fransman. "Geef hem maar een maaltijd van de millioenen harten van de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1994 | | pagina 19