556 DE AVOND NA DE AANKOMST Toen het donker geworden was, lag over Wieringen niet de normale rust.Er zijn veel vreemdelingen op het eiland.Er wordt Frans, Duits, maar vooral ook Engels gesproken.De Wieringers begrijpen, dat hun eiland plotseling in het wereldnieuws is gekomen, een trefpunt van journalisten en politici. Veel Amsterdamse verslaggevers hebben hun fiets meegenomen. Bovendien zijn er een heleboel persfotografen verschenen en men komt er tegen die hun camera in hun hoed hebben ingebouwd. Want een foto van de kroonprins bij aankomst op het eiland, bij het eerste gesprek met één van de bewoners, van zijn eerste wandeling in de tuin, van zijn adjudant, hebben allemaal veel waarde. Overigens, de oogst van de eerste dag is niet groot. De pastorie is van alle kanten gefotografeerd, burgemeester Peereboom is meerdere malen genomen, de aankomstplaats in de haven is op beeld vastgelegd. Maar de eenvoudige dorpsveldwachters, zoals de plaatselijke gendarmes genoemd worden, zijn heel gemoedelijk gebleken en hebben de internationale sigaren, die hen zijn aangeboden,goed laten smaken, maar de afstand tot de kroonprins hebben ze goed weten te bewaren. Vanavond lag het kleine Oosterland in het middelpunt van de belangstelling.Maar de twee veldwachters probeerden op hun gemak te verhinderen, dat de weg naar de kroonprins gebruikt zou worden. "Laat hem toch met rust.Wat is er nou aan hem te zien t Is net een mens als andere mensen.Heb nou maar een paar dagen geduld. Je zult hem zeker nog wel te zien krijgen; maar toch niet opeens allemaal tegelijk ?Geen volksoplopen alsjeblieft. Hij zal zijn huis vandaag toch niet meer verlaten." Een Franse verslaggever dringt zich naar voren, samen met een Amsterdamse collega.Zij beweren, dat ze door de kroonprins uitgenodigd zijn."Kan wel wezen," antwoordt de gemoedelijke agent."Ga maar vlug naar de burgemeester in het raadhuis.Misschien begeleidt hij jullie wel of geeft jullie een bewijsje mee voor mij. Maar zonder zijn goedkeuring komen jullie hier niet langs." De verslaggever toont nu zijn perskaart en insigne.Maar het maakt geen indruk op de veldwachter. Een ander beweert, dat hij als bediende is aangenomen.Maar de politieagent doorziet hem. "Kan wel kloppen"zegt hij,"loop dan vlug naar de haven, dat is maar 2 uurtjes en haal de paraplu die daar vergeten werd, daar kun je dan morgen de bui mee afwachten." Het volgende verzoek komt dan van een Duitse journaliste.Zij zegt, dat ze de secretaresse van de adjudant is. De agent grapt:"Mijn lieve kind, je bent nu in Holland, hier zijn overuren voor meisjes verboden.Meld je morgen om 9 uur bij de burgemeester." Arme burgemeester, hoe moet je je daar morgen uitredden De pers geeft de moed nog niet op. In 't beeld verschijnt een bekende Amsterdamse reporter. Hij ziet eruit of hij net uit midden-Rusland vandaan komt; hij draagt een astrakan jas en zo'n zelfde muts.Zijn Hollandse collega's lachen en mompelen een Hebreeuwse naam.Hij zal het hem wel lappen.Hij heeft een grote hond aan de riem.In een café heeft hij die voor veel geld en een onderpand geleend. Met een Hollands-Duits-Joods-accent fluistert hij tegen de politieman:"Ik moet het hondje bij de kroonprins brengen.Een speciale opdracht.Maar dit beest bijt:wees dus in godsnaam voorzichtig en laat me er snel door."

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1994 | | pagina 18