554
Twee vrouwelijk journalistes namen in de coupé van de kroonprins plaats:
"Goede morgen, heer Hohenzollernhoe gaat het met u Is de reis prettig
geweest U ziet een beetje bleek; hopenlijk doet de kuur hier u goed."
Een kroonprinselijke sigaret doet ze enigszins inbindenSpoedig vertrekt
de trein.De tocht gaat niet over Schagen naar van Ewijcksluis, om dan met
de postboot verder te reizen, inplaats daarvan ging de tocht naar Enkhuizen.
Daar zou een Nederlandse regeringsboot van de Zuiderzeedienst klaar liggen
om de kroonprins naar Wieringen te brengen. Maar toen de kroonprins in
Enkhuizen uitstapte, lag daar wel de grote poststoomboot naar Friesland en
naar Urk aan de kade, maar van een regeringsschip viel niets te bekennen.
Het is een donkere Novemberdag. Een dichte mist geeft niet meer zicht dan
10 meter. Dat is daar niets bijzonders. In het winterhalfjaar komen daar
alleen voorbijgaande opklaringen voor. Meestal regent en stormt het er.Maar
gaat de barometer omhoog en gaat de wind liggen en komt er beter weer, dan
ontstaat er een vorm van nevel en mist, die in Midden-Europa totaal onbekend
is.
Ook in Enkhuizen is de aankomst van de kroonprins aangemeld. Je merkt het
meteen bij het uitstappen. Een dichte menigte begeleidt hem naar de kade.
Hij wordt onbeschoft aangesproken"oorlogsophitsermassamoordenaar, rover,
vrouwenaanrander;" Men zou hem met een steen aan de voeten in de Zuiderzee
gooien. Men zou hem laten verhongeren, door zijn schuld zijn millioenen mensen
gedood. Kapitalist- lomperd, geef tenminste je geld aan de armen.
De mist wordt nog dichter. Geen spoor van het regeringsschip.
Men vermoedde, dat dit schip door de mist aan de grond gelopen zou zijn.De
Nederlandse begeleiders regelen het zo dat aan boord van een kleine sleepboot
kan worden gegaan om het regeringsschip te zoeken, om van het gezelschap
verlost te worden. Het kroonprinselijke gezelschap gaat aan boord. Al gauw
verdwijnt de boot in de mist. Er wordt vele uren naar het regeringsschip
gezocht.Uiteindelijk wordt het inderdaad op een zandbank gevonden.Iedereen
stapt over. Maar het regeringsschip zit nog vast aan de grond.Met veel
inspanning lukt het vlot te komen, maar dan wordt vastgesteld dat bij deze
operatie een schroef gebroken is. Alleen met hulp van de sleepboot kan er
verder gevaren worden.
De mist trekt iets op. De wind wordt juist sterker. De sleepboot moet het
andere schip trekken. Wieringen kan men zelfs niet vinden. Het is nacht
geworden. De zee wordt onrustig. In plaats van naar Wieringen te varen, keert
men terug naar de vaste wal: de haven van Medemblik biedt plaats genoeg.
Er moet nog worden verteld, dat zowel de sleepboot als het regeringsschip
geen proviand aan boord hebben. Er is niet gerekend op zo'n lange reis. In
alle vroegte de volgende morgen vertrekt men weer. De wind is gaan liggen,
de mist is doorzichtiger.Af en toe een straaltje zon. Het heeft een beetje
gevroren. Tegen de middag komt het schip in De Haukes aan, de zuidelijke
haven van Wieringen.
En ook daar weer veel mensen. Alle inwoners lijken wel te zijn samengestroomd.
En weer journalisten en fotografen, die zeer vrijmoedig voordringen.
Maar van geschreeuw is hier geen sprake.De inwoners willen alleen hun
nieuwsgierigheid bevredigen, verder niet.
Enige vooraanstaande personen van het eiland stellen zich voor.Menselijke
gevoelens spelen bij hen een rol.Ze proberen de kroonprins vertrouwen in
te boezemen. Hij zal het op het eiland niet slecht hebben. En burgemeester
Peereboom zegt vertrouwelijk:"De mensen hier zijn heel goed. Zij zullen u
het leven hier niet onmogelijk maken. Nu zijn ze nog wat zenuwachtig. Er
gebeurt hier op het eiland zo weinig, moet u denken.Ik zeg u, beweegt u zich
vrij onder de mensen, dat vinden ze het prettigst. U zult dan spoedig vrienden
hebben op 't eiland."