Abdij geeft niet op
507
Maar ja, ze hadden daar in Oosterland heel wat bezittingen. Het was zonde
om deze los te laten, omdat de mensen zo onaardig waren.Uit de geschiedenis
van de abdij, die ik heb doorgelezen voor een verhaal over Friesland, lees
ik dat men tot vijf maal toe heeft geprobeerd om op het eiland een uithof
te plaatsen. Er was zelfs een tijd dat de kerkjes op Wieringen niet bezet
waren: de paters boden aan om de taak over te nemen maar de bewoners van
Wieringen wezen het af.
Langzaam maar zeker bleven de monniken weg. Er is nog een keer geprobeerd
om vaste voet te krijgen en dat was in 1324. De situatie is dan zo vijandig
dat de abt maar besluit om de meeste goederen te verkopen. Toen echter in
1345 bij de slag van Warns de Oostfriezen een lesje hadden gegeven aan de
Hollanders was de liefde met Wieringen helemaal uit. De bevolking koos de
zijde van de graaf en wilde geen enkele vijand van Holland op het eiland
ontvangen en wel het allerminst de Friese monniken die probeerden op allerlei
manieren toch aan hun trekken te komen.
Het is merkwaardig dat men op het eiland zelf waar men veel heeft gegraven
geen enkel spoor tegengekomen is van een behuizing van monniken. Men weet
nog wel iets van vroeger maar het is bij heel weinigen blijven hangen. Als
men van monniken niets wil aannemen, zijn ze heel gauw vergeten.
Oosterland, dicht aan
Bertus Voets de Waddenzee
HET EILAND WIERINGEN voor 'N HALVE EEUW
(vervolg op 5e jaargang nr.2,bl.388)
DEN OEVER IV
Naar aanleiding van een zinsnede in ons vorig artikel, waarin sprake was
van "ruw opgetrokken keeten", ontvingen wij een paar briefjes, waarin bewoners
hun boosheid luchten over het in opspraak brengen van de keeten.
De goedwillende lezers zullen wel hebben begrepen, dat dit niet in onze
bedoeling lag, maar het betrof het aanzicht van de Oeversche Koog van 50
jaar geleden en nu.De tientallen wierschelven gaven een welvarender indruk,
dan nu de keeten, en ieder zal het met ons eens zijn, dat over geheel
Wieringen het landschapsschoon door al de vele keeten er niet op is
vooruitgegaan.