505
De eerste tijd waren er twee ouderlingen en een diaken. Eens in de twee
maanden hielden ze een kerkeraadsvergaderingdie meestal bestond uit het
tellen van centen met enkele dubbeltjes of kwartjes.Bovendien werd op deze
vergadering vastgesteld wie van de ouderlingen in de komende tijd moest
preek-lezen. Dat gebeurde iedere zondag tweemaal en het moet gezegd dat
niemand thuis bleef als het niet erg nodig was.
Als voorzanger fungeerde altijd br.Van Kalsbeek.
Eens in de drie maanden kwam er een dominee uit de classis om het H.Avondmaal
te bedienen en eventueel te dopen.Dat was ooknog een heel probleem, want
de dominees kwamen 's zaterdags met de boot over en gingen 's maandags weer
naar huis. Logies was er dan meestal bij de familie Wigbout, een niet minder
groot probleem, want die dominees hadden toen altijd zoveel "droktes".
Verder ging alles nogal naar wens.
Van lieverlee kwamen er meer gezinnen bijzodat het ledental uitgroeide
tot ongeveer 50 mensen, groot en klein. Maar dit was dan ook het hoogtepunt,
wat helaas niet zo lang geduurd heeft, want al spoedig gingen weer enkelen
verhuizen naar andere plaatsen. Eerst de familie Rus, later Schuurman, nog
later V.d.Berg en de gebroeders Brouwer.Er bleven van de oude garde enkel
Van Kalsbeek en Wigbout over.Dat was in de jaren 1915 tot 1920.De hoop bleef,
dat het ooit nog eens anders zou worden, maar het aantal mensen ging steeds
meer achteruit.
Ik herinner me nog dat we eens met acht mensen in de kerk zaten en dat br.Van
Kalsbeek de verzuchting slaakte"Laten we er maar mee ophouden."
Maar dat deed men toch niet zo een-twee-drie, want wat je met zoveel zorg
en moeite hebt opgebouwd, laat je je niet zo maar ontnemen.
Wel kwam de vraag boven: wat dan
Nadat men zo nog wat was doorgegaan, kwam in 1924 de tijd van de
Zuiderzeewerken.Eerst het werk aan de kleine Afsluitdijk, waar verschillende
gereformeerden werkten.Allemaal nog "alleenstaanden", maar hun gezinnen kwamen
ook geleidelijk aan. Men begon weer moed te krijgen en de kerk raakte ook
weer aardig bezet.
Later begonnen ze met diensten aan Den Oever en kwam Den Oever ook naar
Hippolytushoef naar de kerk.Al heel gauw werd alles veel te klein.
In verband met de werkzaamheden aan de grote Afsluitdijk kwam in Den Oever
een recreatiegebouw (was de Gereformeerde Kerk aldaar die in 1986 werd
verkocht en later afgebroken).We kregen een hulppredikerrde heer Winter,
die 's zondags preekte en door de week de aldaar te werkgestelde mensen
opving.
Het recreatiegebouw was een soort tehuis, waar de mensen zich konden thuis
voelen en waar van alles voor hen werd gedaan.Door die uitbreiding werd de
zaak omgedraaid en ging Hippo naar Den Oever, omdat het daar groter was en
zodoende werd de kerk in Hippolytushoef gesloten.
Een bus werd ingeschakeld, later twee bussen, maar dat werd op den duur veel
te kostbaar, zodat het niet langer ging.Zo is het gekomen dat alles weer
gescheiden werd en zowel in Hippolytushoef als in Den Oever gekerkt werd.
In die tijd hadden we hulppredikers: eerst dus de heer Winter,toen de heer
Jac.Jonker, daarna de heren Oranje en Robbers en de heer
Schenkeveld.Laatstgenoemde werd, na een jaar als hulpprediker te hebben
gewerkt, onze eerste dominee. Dat was in 1941.
Na de tweede wereldoorlog is het zielental van onze gemeente boven de 450
geweest. In het begin van de jaren '50 gingen echter veel grote gezinnen
uit onze kerk emigreren. Dat betekende een gevoelige aderlating.Heel langzaam
werd dit gat weer wat opgevuld."