JAN WIEGMAN ZAL ZONDAG JUBILEEREN (uit de Wieringer krant van maart 1940) Reeds eenige tijd geleden hebben wij in een kort berichtje er melding van gemaakt, dat de heer Jan Wiegman Cz. op 17 maart a.s.zou herdenken dat hij voor 45 jaar bij de familie Hellingman als boerenknecht in dienst trad. Ons dunkt echter, dat een dergelijke staat van dienst een uitvoeriger beschrijving- waard is dan een simpel berichtje; want 45 jaar lang monter en opgewekt bij één en dezelfde familie z'n arbeid te verrichten en op een wijze alsof het bedrijf van hemzelf was, behoort tegenwoordig wel tot de zeldzaamheden en daar komt nog bij, dat Jan niettegenstaande zijn 61 jaren en steeds zware arbeid aan lichaamskracht nog weinig blijkt te hebben ingeboet, al zou de ronde rug op 't eerste gezicht een andere gedachte geven.Doch die heeft Jan altoos gehad, een typische lichaansbouw van de Wiegmans, maar overigens een oersterk geslacht. Jan heeft natuurlijk in deze bijna halve eeuw vanzelf de moderniseering van het bedrijf medegemaakt. Toen hij in 1895 bij den heer Nan Hellingman in dienst trad, had men geen gedachte van zuivelfabrieken, zelfbinders, dorschkasten enz. Zelf kazen, dorschen met de kneppel of de hekelmachine, het gras maaien met de zeis, hooien met de handhark, graanoogsten met de zicht, het kostte geweldig veel zweet en de groote drinkenskruik, die s morgens werd meegenomen, was 's avonds ledig. Het was hard werken op de boerderij, vooral waar 't land zoo verspreid lag, zoowel bovenwal als in den Polder; Jan weet daar van mee te praten. Doch ook in en om de boerenhofstede werd het anders. Toen de oude Nan Hellingman overleed, bleef Jan bij diens zoon Pau en alles ging gewoon door, alleen het aspect buiten veranderde. De boerderij en de meelmolen, die daar eenlijk buiten 't dorp Den Oever stonden, kregen gezelschap. Eenige burgerwoningen werden er tegenover gebouwd en met de Zuiderzeewerken verrezen er heele huizenblokken en werd als 't ware de boerenhofstede geheel ingesloten.Op 't erf kan men de jaarlijksche afwisseling als vroeger aanschouwen.In de nazomer verrijzen de graanschelven de een na den ander; men ziet Jan met het span paarden, de ploeg op de kar, zich reeds s morgens vroeg van 't erf landwaarts spoeden.Dan op een gure herfstdag drijft Jan de koeien naar de stal en als de gure wintermaanden voorbij zijn en de paardebloemen hun gele kopjes boven 't malsche gras uitsteken, brengt hij 't dartelende vee weer naar de wei, waar alles getuigd van nieuw leven en zonneschijn. Zoo ging 't jaar uit, jaar in, maar bij al dit voortspoeden van den tijd is Jan in humor en geest dezelfde gebleven, al getuigen eenige grijze haren bij de slapen dat hij met de jaren is meegegaan. Bij zulk een toonbeeld van plichtsbetrachting willen wij hem naast onze hulde en felicitatie nog vele jaren van gezondheid en geluk bij de familie Hellingman toewenschen. t 478

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1993 | | pagina 20