ifiSW 468 Het vroege ochtenduur vond ons in gezelschap van onzen getrouwen slampamper (volksnaam, aan onzen noordkust op de vletterlieden toegepastdie de binnenvallende schepen kleine diensten bewijzen.Eén van deze, een type van een getrouwen Westfries, vervulde in onze keet de rol van amanuensis, custos,assistent enz.,op onze vischtochten was hij een onschatbare mentor.) aan wien de zorg voor onze gereedschappen voor een deel was toevertrouwd, in de. trein Haarlem - Helder en met groote verwachtingen vervuld lieten wij ons te Anna P. wederom op vaste bodem zetten. Al spoedig bleek het, dat wij ons in vele opzichten met droombeelden gevleid hadden. De veel geroemde omnibus ontbrak In plaats daarvan een tentwagen die aanwezig was en bereid, ons voor een drie gulden den afstand naar de Ewijksluis te verkorten. En al was die afstand niet meer dan een half uur rijdens, zoo was dit toch zuur verdiend te noemen, wanneer men in aanmerking nam dat onze goede voerman door onze kisten, dreggen en verdere bagage van zijn rechtmatige zetel verdreven en naar den harden rand van het slijkbord verjaagd was. Zeegezicht Haufces, Wieringen De flinke draf, waarmede het reeds bedaagde noordhollandsche vigilante-paard ons zware vrachtje ter bestemder plaatse bracht, meenden wij voor een deel te mogen toeschrijven aan de ongewone, maar rhytmisch terugkeerende aanrakingen, die door deze nieuwe zitplaats tussen de achterste ledematen van het paard en de voerman te weeg bracht. Wij naderden het kleine logementje, dat aan de streek van de sluis nog een eenigszins herbergzaam aanzien geeft, met het vooruitzicht daar gedurende eenige uren tabernakelen te zullen moeten bouwen, aangezien de postschuit, die de eenige communicatie met Wieringen vormt, volgens alle door ons geraadpleegde reisgidsen eerst tegen het middaguur vertrok.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1993 | | pagina 10