In oude Kaarten vindt men een Zeegat getekend,met de benaaming van de Slenk tusschen de Zuider en Noorder Haaks,doch het is thans niet in 't aller minst gebruikbaar. De Zeegaten van 't Vlie en Ter Schelling zijn Stor- Zeegaten temelk,de Slenk en het Westerbooms-Gat.Door dezen aan 't Gaten loopen meest zulke Schepen in Zee,die naar Vlie het Oosten en Noorden geschikt zijn. Het eerste of Stortemelk,dat in den jaare 1749, Storte— nieuwlijks betond werdt,is het beste en gemaklijk- melk ste en loopt aardig digt aan het Vlie. De Slenk of het tweede Gat,'t welk beoosten het de Slenk eerste legt,is een lang Verlaat en vereischt kun dige Lootsenvoornaamlijk in het waarneemen der Watergetijen,alzoo de Schepen hier anderszins ge vaar loopen van door den Stroom,die met de Voorvloe den dwars over het Gat valttegens de Banken gezet te worden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1993 | | pagina 18