396 Door Baljuw Jacob van Poraeren wordt Hendrikje aangeklaagd wegens moord op haar pasgeboren kind en ze wordt gevangen gezet. Hendrikje wordt diverse malen ondervraagd en zij moet antwoorden op de meest intieme vragen. De afschuwelijkste vraag is wel toen zij voor de tweede keer op het sekreet zat, of ze toen niet voelde dat er nog iets in haar onderlijf vast bleef en of ze toen niet voorover is gaan zitten en datgene dat nog vastzat tegen de bril heeft afgeknepen En of ze haar hand of nog iets anders heeft gebruikt om 't los te krijgen Uit alle ondervragingen van Hendrikje Hendriks, geboren te Nijkerk, 21 jaar oud, valt de volgende bekentenis te reconstrueren: in October 1779 heeft Hendrikje in Amsterdam gewoond ten huize van de vleeshouder Koenraad. Met de knecht Fredrik heeft ze verschillende keren vleeschelijke conversatie "gepleegd en is daardoor zwanger geworden. Ze heeft dat Fredrik verteld, maar die wilde er niet van horen. Hendrikje heeft daarom geen moeite gedaan de vrucht in haar buik te be schermen, ze was ook niet van plan een vroedvrouw te laten komen. Ze is in Mei 1780 op Wieringen gekomen in dienst van de familie Van Pomeren. Ze heeft met geen woord over hhar zwangerschap gerept, ze hoopte nog steeds op een miskraam. Ze heeft daarom ;Ook steeds volgehouden, dat ze niet wist wat haar mankeerde, zelfs toen Mevrouw de chirurgijn had laten komen. Maar ze weet natuurlijk best, dat ze op het sekreet zichzelf heeft verlost van een voldragen kind en dat ze dat in de drek heeft laten vallen, waardoor het gesmoord is. De chirurgijn Boldewijn de Wit en de heelmeester Jan Willem Kaarl hebben later geconstateerd dat het een welgevoedvoldragen jongetje was, dat uiterlijk geen kneuzingen of tekenen van geweld droeg. Maar de navelstreng was drie hand breed afgescheurd en ongebonden. Aan de conditie van longen, hart en luchtpijp konden de heelmeesters zien, dat het kind door verstikking om het leven is gekomen. De gevangene blijft hardnekkig zeggen, dat ze niet heeft geweten, dat haar tijd was gekomen, en dat ze niets met de navelstreng heeft gedaan. Maar de schepenen denken, dat zij wel degelijk wist,dat ze zwanger was, en dat ze ook gevoeld heeft dat ze een levend kind droeg, want 's nachts voor de bevalling had ze nog leven gevoeld. Zij de schepenen en de heel meesters) willen niet geloven, dat de navelstreng zomaar is afgescheurd. Ongelukkig genoeg heeft Hendrikje bij de diverse, soms zeer langdurige ondervragingen zichzelf herhaaldelijk tegengesproken, waardoor haar ver klaringen niet geloofwaardig zijn. De gerechtsdienaren komen dan tot de slotsom, dat ze het kind met opzet in de drek heeft laten smoren" en dat ze zich dus aan de misdaad van kindermoord heeft schuldig gemaakt. Het vonnis luidt: de meid Hendrikje Hendriks zal naar de plaats worden gebracht waar men hier ter plaatse gewoon is Criminele Justitie uit te voeren. Ze zal met de koorde worden gesrtaft tot de dood erop volgt." Hendrikje wordt in afwachting van het uiteindelijke vonnis en de vol trekking daarvan naar Alkmaar naar een verbeterhuis gebracht. En de Heren Baljuw en Schepenen nemen er de tijd voor, want op 10 Januari 1783 wordt pas het vonnis over Hendrikje Hendriks voltrokken. xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1993 | | pagina 22