394
HENDRIKJE HENDRIKS, een moordenares
Het is vrijdag 9 juni 1780.
Jacobus van Pomeren, Baljuw op het eiland Wieringen is een deftig heer
schap, heeft dus een deftige huishouding. Zijn vrouw beschikt derhalve
over dienstmeiden.
Op deze vrijdag heeft de dienstmeid Hendrikje Hendriks aan haar mevrouw
gemeld, dat ze pijn in haar rug heeft. Mevrouw heeft haar aangehoord en
ziet er de noodzaak van in de chirurgijn te laten komen.
Na enige tijd arriveert Boldewijn de Wit, chirurgijn te Hippolytushoef
ten huize van de familie Van Pomeren.
Hendrikje is nog boven, maar mevrouw laat haar naar beneden komen in de
kamer. Daar is naast Mevrouw van Pomeren ook de werkster Maartje Bont.
pi
Dit raadhuis was ten tijde van Jacobus van Pomeren de
woning van de Baljuw.