362
DIT BOEK IS GESCHREVEN DOOR
JOH.TAKES TZ.
OP 72-JARIGE LEEFTIJD
IN SEPTEMBER 1937 (vervolg van blz,343,4e jaargang nr.5)
Wij waren zoo gelukkig dat wij met twee jaar ons huisje konden betalen.Nooit
hebben wij nog schulden gehad.De handel wier al grooter, ook in de
brandstoffen kwam meer te doen.
Ik liet grootere schepen met steenkolen en turf komen.Die verkocht ik dan
aan de boeren en burgers voor de winter. Zij haalden dan de turf en kolen
vanaf het schip.Ook lijnkoeken wieren afgehaald vanuit het schip.Soms kwamen
er 40000 tegelijk aan, dan was het weer erg druk.
Wij moesten van alles in voorraad hebben voor de winter Als er ijs in de
vaart en in zee kwam kon er geen schip varen.Stoom of motorschepen waren
er toen nog niet.
Eens was mijn voorraad lijnkoeken op en het vroor zoo streng dat de geheele
zee dicht was. Ik liet toen lijnkoeken met het spoor komen tot Anna Paulowna
en vandaar haalde ik ze met paard en wagen.Ook over de zee waar wel 40 voet
water stond. Die winter zijn er ook honderden arren en slees met paarden
over en weer gegaan. Op eene dag was het buitengewoon druk met over en
weergaan.Die nacht erop viel de dooi in en de wind veranderde zoodat de
scheepjes weer konden varen.Maar nog lang niet in het kanaal.
Drie jaar later kwam er nog laat winter en vroor de zee weer dicht.Het was
één Maart.Toen had ik geen koffiebonen meer en die betrok ik uit Alkmaar.
Wat gedaan De zak op de rug, de schaatsen onder de benen naar Alkmaar om
wat koffiebonen.
Wij waren voorlopig gered.Ook liet ik 2 vaten vet komen tot de Anna Paulowna
en toen met een sleetje over het ijs in de zee.Zoo bekwam ik ook weer vet,
wat wij toen veel verkochten.
Hulp in de handel met schrijven of verkopen hadden we nooit. Alles deden
v/ijzelf, de vrouw en ik.Totdat de kinderen van school kwamen. Eerst Teunis
en toen Cornelia. Toen hadden we ieder mooi een hulp.Ze deden dan ook goed
hun best.In de herfst lieten wij om de 14 dagen één of twee varkens
slagten.Het vlees verkochten wij dadelijk. En het spek zoutten en rookten
we en verkochten dat in de winkel. Heel graag kochten de menschen het spek
van onsMeestal kwamen we te kort
Maar nog had ik meer handel in mijn hoofd. Er was toen veel zeegras gemaaid
en gevischt. Dat gevischte was een vrije handel. Ik had steeds in gedachten
om daar handel in te doen, maar ik wist geen adressen.Er was ook geld voor
nodig.We hadden wel wat geld overgespaard, maar de handel in zeegras nam
nogal veel geld. Ik praatte er eens over met mijn vrouw.Die lachte er wat
om.Zij dacht daar zal toch wel niets van komen.Ik gaf de moed niet op. Toen
was er een boer, die had een oude stroopers liggen. Want voor zeegras moet
een pers, schalen, gewichten en een pakhuisruimte zijn. Ik vroeg dan die
boer wat ik moest betalen voor het gebruik van die pers en ruimte in zijn
schuur. Zijn boerderij was niet groot.Hij bewerkte ook al zeegras, wat bewerkt
en gedroogd moet worden. Afijn, wij kwamen in accoord. Ik kocht zeegras en
liet dat in balen persen van 50 kilo. Na verloop hadden wij 200 balen bijeen.