345 M'n waarde peet Jannetje, Bedankt voer je brief, et is aolweer een poos leden dat ik em kregen hew, maar ik leek er wel niet toe te kenne kommen om der es efkes voer te gaan zitten. We zitte aolweer goed in de winter, nou bin ik deer sellef niet zo op stelt, geef mij maar de seumer. Weet je nag van die keer dat ik in de sloot voallen bin Gewoonlijk beurde dat in de seumer, die kere benne niet te tellen weest, deer keke ze tuus helegaar niet meer van op.Dat waar die keer dat taat en moeder een dag of wat vort ware, en ik most bij grovvader slèpe. Nou had taat kniene en henne die we nalope moste en we ginge deur et langd.We moste den wel over de sloot, maar over de weg deed je niet. In die sloot waar een damke zonger middenstik. As kien sprong je deer makkelijk overheen. Maar doe die keer zei ik teugen grovvader:"ik voal der vast in". "Ninnet madje, toe nou maar", zeit grovvader nag. Ik sprong, maar op et damke was et ok vroren, dat ik kliste in de sloot. De puus die ik in m'n erreme had, vloog as een streep op huus an, die hewwe we die dag niet meer zien. Et ies spatte aolle kangte op, dat ken je begriepe, en Jaapke, die waar d'r bij, die sting te krijse "Oe Maartje,oallegaar glas, oallegaar glas".Wist zo'n kien veul. Ik zeg je dat ik gauw tuus waar, en grovvader had skik. Nou sèg jij wel dat ik op em lette moet, maar jij denkt toch niet dattie luustert Van dat is et net een klein kien, hij geeft niet om zeggen en dat blieft ok wel zo. We wille nag wel een dag te gast kommen. We hadde docht mit Karst of Nieuwjaarsdag. Lit je den nag effe wete wanneer je dat skikt De hartelijke groeten van Uw nicht Maartje. TORENTJE MET KLOK OP HET RKKERKGEBOUW Eind 1854 doen Pastoor en Kerkmeesters van de R.K.gemeente van Wieringen een verzoek om een torentje met klok op het kerkge bouw van die gemeente te mogen plaatsen. Zij hebben een plan ontworpen en er is een bestek en een begro ting gemaakt. Plan en bestek worden echter door Rijkswaterstaat afgekeurd. De toren is te licht ontworpen en men is bang, dat door het luiden van de klok de toren zal instorten. De begroting is ook te laag. Er gaat een opzichter van Rijkswaterstaat naar Wieringen. Hij be kijkt de kerk en vooral de stevigheid van de muren. Zijn advies luidt:" Plan niet door laten gaan. De muren zijn niet stevig genoeg om het torentje te dragen, nog afgezien van klokgelui.' Voor de geinteresseerden onder u volgen hier bestek en voorwaarden, zoals die in 1854 zijn opgesteld en voorzien van kanttekeningen van Rijkswaterstaat.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1992 | | pagina 21