343 tientje van hem.Dat gaf ik niet uit en mocht het dienen weer een tientje te krijgen voor een contante betaling.Ik bewaarde die, maar eens op eene keer dat De Wit kwam en alweer heel wat geld moest hebben, moest ik 10 gouden tientjes bij passen.Dat wilde De Wit niet aannemen.Hij zegde:"U bent er opgesteld.Ik zal die 100 gulden wel tegoed blijven". Maar wij wilden dat niet, daar het ons nooit meer is overkomen dat wij niet op tijd konden betalen.Al 3 maanden later.dat De Wit kwam en wij moesten betalen, zegde De Wit:"Nu zit U zeker weer beter in Uw geld?" En hij legde de 10 tientjes op tafel en vroeg, of ik ze ook weer wilde inwisselen. Dat deed ik gaarne, hij had ze voor mij bewaard. Met dat al waren er vier jaren verlopen. Moeder begon oud te worden.Ze was in haar eigen huis, waar broer Piet en zijn vrouw inwoonden.Moeder kon nu juist niet te best opschieten met de vrouw van Piet.Moeder wilde wel, dat haar dochter Trijn met de man en 3 kinderen in een deel van haar huis kwamen wonen.Mijn zwager wilde dat wel, maar hij wilde dan moeders huis kopen.Dan moest ik zijn huis kopen voor 1400 gulden.Ik wilde dat wel, maar kon het niet betalen.Toen is dat zoo gegaan: ik hield die schuld bij Moeder.We kregen veel meer ruimte, al was dat huis ook oud.Wij konden ook een groter winkel maken en het veevoer plaatsen. Wat waren wij gelukkig. Intussen werd er ons een meisje geboren. Nu hadden wij dan een Teunis van 4 jaar en een Cornelia. Meer kinderen zijn er ook niet gekomen.Met die twwe zijn wij hoogst gelukkig geweest. Brave, gezonde kinderen, die ons braaf hebben geholpen in ons werk. Wij hadden het wel druk, maar deden alles met plezier. Ik had wel een lelijke mankeringdaar ik met eene week of 3-4 of 5 een dag te bed moest liggen met zware hoofdpijn.Nooit langer als een dag. Ik was dan erg ziek en kon niets doen. wordt vervolgd)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1992 | | pagina 19