h m 1|P Fit 340 Maar zij was als kind van 1U jaar al veel onder een ander geweestlicht werk te doen aangezien haar ouders ook arm waren.Met hard werken en zuinig leven er door moesten komen.Alzoo moest Anna Duinker ook al even verdienen.Om steeds onder een ander te moeten zijn en weinig te verdienen, dat verveelt op het laatst ook en omdat Anna zuinig leven gewoon was, had zij niets geen bezwaar om aan de kost te komen.Zij was met weinigtevreden.En wat mij aanging was trouwen de enige kans om van de zee af te komen.Dus wij trouwden in 1886.Maar wij bezaten weinig.Mijn aanstaande bezat geen cent .Toen wij bruid en bruidegom waren vroeg zij mij om een Rijksdaalder aangezien zij helemaal geen geld had.Ik gaf haar die Rijksdaalderalhoewel ik ook weinig had.Een klein spaarduitje had ik overgaard van de handel in cigaren en teer.Wij moesten zelf het allernodigste kopen daar we van weerskanten niet meer kregen als de waarde van f 25,-.Ook voor beddegoed moest ik zorgen.Ik kocht dit voor f 35,-.Het was dan ook niet van het beste.Matten of kleden kochten wij helemaal niet.Maar het ergste was nog, we hadden geen woning. Een broer van mij waar ik bij voer verhuurde nog een woning en die stond toevallig leeg.Maar hij wilde hem niet aan mij verhuren daar hij bevreesd was dat wij de huur niet zouden betalen. Zij waren dan ook lang niet te spreken dat wij gingen trouwen. Moeder zou ons wel moeten onderhouden, dachten zij.Trouwkleren kreeg ik ook niet.Kopen kon ik ze ook niet.Ik leende een jas van mijn zwager.Nu was Moeder best voor mij. En was er dan ook niet op tegen dat wij trouwden. Zij had veel vertrouwen in mijn aanstaande vrouw. Ook mijn zwager, die getrouwd was met mijn jongste zuster, bezat een oud boerenhuisje.Daarvan gebruikte hij een gedeelte voor bergplaats voor wat brandstof enz. Die was zoo welwillend om daar een klein woninkje van te maken, wat hem f 200,- kostte.Wij betaalden daarvoor dap aan huur 75 cent per week, wat wij stipt op tijd betaalden.Vier jaar hebben wij daarin gewoond. Maar het slot was, ik moest toch voorlopig naar zee, wilden wij aan de kost komen. Die winter ging ik met mijn broer Jaap te aliekruikels visschen.Maar de verdienste was heel klein en ik kwam de geheele week niet thuis.Steeds waren we op zee. Alleen Zaterdagavond kwamen we thuis.En meestal van Zondag op Maandagnacht alweer naar zee. Dat stond ons alletwee slecht aan.Nu was alle hoop gevestigd op het voorjaar. Dan begon de geepvisscherij en dan verdienden wij meestal in de week of acht,negen ongeveer 200 gulden.Maar wat was dit voorjaar het geval? Haast geen geep gevangen. Het slot was dat ik in de geheele teelt maar 25 gulden thuisbracht.Maar de vrouw bromde nooit.Wij huurden een klein stukje land voor 12 gulden en daar teelden wij ons eten op. De vrouw hield het schoon.Alleen als ik even tijd overhad, bezaaiden wij het tesamen. Na dat geepvisschen begon het zeegrasmaaien. Nu had ik nooit gemaaid. Wel ging ik met mijn broers mee te maaien, maar ik moest het zeegras dat zij afmaaiden in het schuitje trekken met een zwaare haak. Dat was het zwaarste werk.Ik wilde dan ook het maaien leren maar dat wier mij niet toegestaan. Alzoo had ik het zeegrasmaaien niet geleerd. Nu had ik een buurman, die wel kon maaien en die stelde mij voor om de zomer gezamelijk te gaan maaien.Ik vond het best. Buurman dacht niet anders als dat ik wel kon maaien. Ik zegde dat ook niet. Na verloop gingen wij dan samen naar zee. Ik dacht, wat zal dat worden ?Maar ik had veel acht gegeven hoe mijn broers het deden. Afijn, wij kwamen op de plaats aan waar wij moesten maaien. Ik maakte maar niet veel haast met aantrekken van de laarzen. Die laarzen wpren haast aan de kin toe lang. En je stond tot de kiel in het water. Ik liet toen mijn buurman een begin maken. Toen ik achter hem aan en deed goed mijn best. En het gign buiten verwachting goed. Buurman heeft niets gemerkt, dat ik nog een leerling was. Maar toen we drie dagen verder waren, was de buurman ziek en moest ik alleen. Ik dacht, hoe zal dat gaan ?Nu dat kwam best af.Ik kreeg het schuitje geheel vol.Ik kon dus zeegras maaien.Het weekgeld was ook nu 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1992 | | pagina 16