315 Zuid-oost pijp Mulders kooi (Gemeente-archief 19.3.1933) Waar lagen deze eendenkooien Geprobeerd is na te gaan waar deze 18 kooien hebben gelegen resp.nog liggen.Daarbij is uitgegaan van de aanduiding van de ligging in de consenten - zie hierboven kolom 3 -,wat toch al aardig houvast oplevert. Voor twee kooien - nos.15 en 17 - komt dan al meteen vast te staan dat zij wegens hun ligging in de polder Nieuwelant in 1683 overstroomd moeten zijn en verloren zijn gegaan. Eén ervan (no.17) lag bij de Santwellen Zandwaal). Verder, is gebruik gemaakt van de eerste kadasterkaarten van Wieringen uit 1832 daarop zijn 7 kooien herkenbaar ingetekend, die aan de hand van de omschrijving in de consenten geidentificeerd kunnen worden als de nos.4, 7, 8, 13, 14, 16 en 18. Twee daarvan (nos.13 en 18) zijn zelfs nog in gebruik en no.14 is een wandelbos met vijver geworden. Dan blijven er nog altijd 9 kooien over, die verdwenen zijn en in 1832 al niet meer als zodanig in het landschap te herkennen waren blijkens het kadaster. Voor de ligging van deze kooien is, met in het achterhoofd de globale aanduiding in de consenten, gezocht naar oude veldnamen in de legger bij de kadasterkaarten Van vier kooien blijken deze veldnamen zelfs de naam der kooikers te behelzen, te weten kooi 7: Huigjes Kooijke, kooi 8:Alberts Kooijkooi 14: Swmmers Kooij en kooi 16: Jan Kooijs Kooij Onze aandacht trekken vooral de veldnamen waarin het woord "kooi" in de een of andere samenstelling voorkomt. Zo zijn er bijv. 19 percelen land met de naam "'t Kooijke" of "de Kooij", 14 percelen heten "Kooijven", er zijn 2 "Kooijhorntjes" en tweemaal komt de naam "Kooijweide" voor, er is een "Kooijakker" en een "Kooijsbos". Wanneer we alle percelen met dergelijke namen in de plankaart blauw inkleuren, zien we concentraties daarvan ontstaan.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1992 | | pagina 13