291
LIEDEREN
In 1842 werden op Wieringen naast de psalmbundel voor het kerkgezang de Uit
gezochte liederen ingevoerd. Het berust op een misverstand te menen dat de
psalmen onder de doopsgezinden nooit geliefd waren.
De psalmberijming van Petrus Dathenus, onder invloed van de doopsgezind ge
worden calvinist Hans de Ries 1553-1638, doopsgezind leraar te Alkmaar
in diens bundel opgenomen, moge dan door nieuwere berijmingen meermalen ver
vangen zijn, vele liederenbundels leggen getuigenis af van het vertrouwd zijn
met de liederenschat van het Oude Testament.
Belangrijk was ook het werk van de remonstrants-gereformeerd voelende Dirk
Rafaelsz.Camphuysen met zijn Stichtelycke Rijmen, evenals dat van zijn geest
verwant Claes Stapel wiens Lusthof der Zielen zeer geliefd was.
In de 18e eeuw werden de Evangelische Liederen van de Amsterdamse predikant
Joannes Deknatel 1698-1759 vriend van de bekende Hernhutter Nikolaus
Ludwig van Zinzendorf zeer populair.
Tot aan het eindvan de vorige eeuw moest men bij de zang de steun van het
orgel ontberen. Een goede voorzanger was dan ook héél wat waard, hetgeen nog
niet betekende dat de man dienovereenkomstig betaald werd.
In 1886 maakte men op Wieringen gebruik van de diensten van organist Weerd
Lont. .Kennelijk bij gebrek aan beter, want men wil hem op zijn post hand
heven in de hoop, dat hij door oefening zich meer zou bekwamen."
Dat is een ijdele hoop, want zijn orgelspel geeft niet zelden aanleiding tot
stoornis van de dienst. Hij wordt ontslagen met behoud van traktement tot
1 januari 1887. Als later mocht blijken dat hij de noodige vorderingen
maakt in het edel orgelspel" zal hij weer worden aangenomen.
BIJBELS
Heel lang is in doopsgezinde kringen de zogenaamde Biestkensbijbel gebruikt,
maar na de komst van de zogenaamde Statenvertaling in de calvinistische
volkskerk, nam de invloed van de doopsgezinde bijbel gestadig af. Deze
Biestkensbijbel werd in 1560 gedrukt door Nicolaas Biestkens uit Diest
Vlaanderen Latere edities zijn ook wel door anderen o.a. Lenaert der
Kinderen in Emden in 1563 verzorgd.
HERSTEL EN BOUW PASTORIE
In 1839 werd besloten tot herstel van de pastorie te Stroe voor een bedrag
van f 1100,-. Rijk en provincie betaalden beide f 400,-, de overige f 300,-
nog altijd een jaarinkomen van een kleine boer werd opgebracht door een
collecte onder de gemeenteleden.
De pastorie in Hippolytushoef verkeerde in 1884 in zeer slechte staat en is
door vochtigheid bijna niet meer geschikt tot bewoning.
De consulent Ds.De Boer, die bij gebrek aan een eigen predikant, de zaken
op Wieringen waarnam, adviseerde een nieuwe pastorie te laten bouwen. Het
zou anders zeker heel moeilijk worden een nieuwe voorganger te vinden. De
predikanten wilden al niet graag op een eiland wonen en zeker niet in zo'n
ongezonde pastorie Hoe de Wieringer doopsgezinde kerkeraad kans ziet deze
nieuwbouw van 1884 tot 1898 voor zich uit te schuiven is een verhaal apart.
zie bijlage 4)