290
leraar Cornells Keern het voorgebed voor 't eerst stemmelijk deed, volgt dat
tot die tijd de gemeente in stilte zonder voorgang van de leraar bad, zoals
dat vroeger bij de meeste Friese en Vlaamse doopsgezinden ook inderdaad ge
bruikelijk was.
Dit ieder - voor - zich bidden was misschien wel de allertyperendste litur
gische uitdrukking van het oude doperse individualisme.
Als het hart vol verlangen is naar God, dan is de stem van de voorganger in
zijn gebed toch storend
De bijeenkomsten waren, zeker in de beginperiode, grotendeels woord-diensten,
waarbij de leiding in handen was van een gekozen leraar of een "gast prediker"
van elders. De preek wordt in enkele onderdelen gehouden, geeft een toepas
sing en draagt een vermanend, een aansporend karakter. Men sprak dan ook wel
van vermaner of vermaning.
Uit in druk verschenen prekenbundels blijkt dat er een aanmerkelijk deel van
de preken in het liturgisch beleven van het jaar paste en dat de inhoud dus
aan de bekende feestdagen ontleend is. Kerst-, paas- en pinksterpreken treffen
we veelvuldig aan, maar ook bepaalde thema's of preken over aaneengesloten
bijbelgedeelten komen voor.
Bekend in druk verschenen prekenseries zijn die van Galenus Abrahamszover
De verloren en wedergevonden zoon" Amsterdam 1701 en van de Harlinger
leraar Joannes Stinstra De Natuur en Gesteldheid van Christus Koningrijk,
onderdanen, kerken eif Godsdienst "(Harlingen 1741 Geliefde 18e eeuwse
predikers waren ook Hermanus Schijn, Joannes Deknatel en Jacob Denner
v 1n r
Ds.0.L.vdVeenJ.A.Siesling, Dirk Lont J.Pz., Jan Lont Ez.
Annie Dieuwertje Kaan-VeerdigNeeltje Koorn-Klein, Maartje Wilhelmina
Lont-WagemakerGeertje Mulder-Mulder, Marie Rotgans, Trijntje Klare,
Dieuwertje Raven-Kuyt, JSiesling-BontesNeeltje Wiegman-Lont, Trijntje
Lont-Lont, Anna Trijntje vd.Ende-Kooij