284
CORNELIS WAGENMAKER
Er was inmiddels ook behoefte aan een nieuwe leraar, waarschijnlijk door de
dood van Volkert Veerdig en het niet zo geschikt zijn voor dit ambt van de
in 1736 gekozen broeders De Wit. Van Jan de Wit is niets naders bekend, maar
van Simon weten we dat hij liever diaken werd hij is dat dan ook van 1743
tot zijn dood in 1784 geweest
De diensten in de beide vergaderzalen te Stroe en te Hippolytushoef kwa
men dus alleen voor rekening van Elbert Wognum.
Op 11 april 1740 werd Cornells Wagenmaker dan ook als leraar naast Elbert
Wognum verkozen. Op 17 juni 1742 werden zowel Wognum als Wagenmaker door de
Twisker Claas Cornells Tijssen in de volle dienst bevestigd, zodat de gemeen
te vanaf dat ogenblik voor 't bedienen van doop en avondmaal, alsook voor de
aanstelling van diakenen geen hulp van buitenaf nodig had.
Het schijnt dat Wagenmaker wel in Amsterdam gepreekt heeft. In elk geval is
er een boekje van zijn hand verschenen getiteld Onderwijzing aangaande het
Christelijk geloof in vragen en antwoorden 1759, 2e druk 1776 een
soort catechismusboekje" ten behoeve van het godsdienstonderwijs.
In de voorrede van dit boekje deelt de schrijver mee dat hij zeer jong tot
het predikambt was geroepen met meer opregtheid en goede wil dan onder
scheiden kennis en eryarenheidHij schrijft dat eigen huis 13 kinderen
én ambtswerk hem weinig vrije tijd deden hebben, maar dat hij niettemin thans
de geagte Gemeente" dit werkje kan aanbieden als vrugt" van zijn uit-
gekogte uren."
WISSELEND DIAKENSCHAP
In 1763 kwam de kwestie van het al dan niet levenslang tot diaken worden
aangesteld opnieuw ter spraketoen de twee oudste diakenen Simon Bais en
Simon de Wit "op grond van hun hoogen leeftijd en lichaamszwakte vroegen
of hun nog een jeugdiger broeder terzijde zou kunnen staan.
Een aantal broeders, die begrepen dat zij wellicht als zodanig aangesteld
zouden kunnen worden, hadden toch wel bezwaar tegen een levenslang diaken
schap". Na veel discussie viel tenslotte het besluit: de in dienst zijnde
diakenen blijven voor hun leven aan en één diaken wordt aan hen toegevoegd
voor de tijd van vier jaren. Na een jaar rust zou deze dan wederom voor vier
jaar gekozen kunnen worden. En zo werd op Pinkstermaandag 23 mei 1763 na
voorafgaand gebed Albert Alberts Kinne tot diaken benoemd en later door Wagen
maker als zodanig bevestigd.
DE DOOD VAN WOGNUM
Op 31 augustus 1781 overleed na 55 jaar geheel belangeloos de dienst van
leraar te hebben vervuld Elbert Wognum. Uit het notulenboek blijkt dat hij
met grote ijver en nauwgezetheid de gemeente heeft gediend.
De liefdeprediker Wognum was er blijkbaar van doordrongen geraakt dat het
beter zou zijn als de gemeente over een beroepsvoorganger zou kunnen be
schikken