Vj
V
De haven was niet altijd goed bereikbaar. De ingang was vaak verstopt door
verrot wier, dat bij stormweer telkens de monding verstopte. Dan moest er
worden gebaggerd met een houten zolderschuit. Twee mannen, S.Wiegman,
slep genaamd C.Lont of J.Gorter, soms C.Gorter haalden die bonken molm
met haken op de bak en moesten deze later ver in zee weer over boord steken
met vorken; een heel zwaar werk.
4 w*
LinksrAlb.Klein. Midden: J.de Wit. Rechts:
Een boerderij van Klein net achter het kerkhof op Stroe was verbrand.
Zestien koeien en twee schimmelpaarden verbrandden toen ook. Een paar dagen
eerder was er gestolen,nlkleren van de waslijn.
Eén van de mannen was aan het baggeren en stonü in een nieuw rood baaien
hemd op de bak, toen een ander zei:"Nou, jij pareert ok met je nuwe hemd."
De man werd heel boos en zei: "Dacht je, dat ik het stolen heb
Daags daarna had de man zich achter het paalscherm aan de Bierdijk opgehan
gen. De oude Ruyter zou naar de ganzen gaan kijken of er wat te jagen viel.
Van boven keek hij zo op hem neer, danig verschrikt. Van de ganzenjacht
kwam die dag niets meer. Ze waren toch ook weinig waard.
Jan Vroone, de poelier uit de Hoofdstraat, gaf er 40 tot 60 centen voor.
Hij plukte ze en verkocht ze verder door.
De haven is leeg, alle vissers zijn naar zee. Grootvader Zomerdijk is in
een pakhuis bezig vaten en blikken in orde te maken voor het inpakken van
oesters. Die moet hij van het perceel opkrabben. De vissers hebben een
vereniging opgericht. Kolster betaalde niet al te veel en nu verzenden zij
de oesters zelf. Meester Spaander is daarbij behulpzaam en gaat soms naar
Brussel voor contacten.
204
p m