thuis in de winkel. Simon, zenuwlijder, viste toch nog wier en droogde het. Naast Peet Hil woonde Jan Hegeman met Gerritje Bos, timmerman en wagenmaker. Hij had een grote draaibank voor handkracht om wielen te maken. Ook wel scheepswerk werd hier gemaakt. Er naast was een pakhuis voor allerhand zaken, verband houdende met de timmerderij. Grootvader Hegeman had een groot gezin: Jan, Adriaan, Willem, Piet, Dieuwertje en Wouter. Alleen Jan volgde zijn vader op en kreeg aan de overzijde van de Noorderweg ook een timmerzaak. Naast Hegeman de smid J.Metselaar met Wijntje Heijblok en 3 kinderen:Simon, Jacob en Dieuwertje. Jacob is zijn vader opgevolgd en Simon is boer in de Polder Waard Nieuwland. Alle korren voor alikruiken en mosselen werden bij J.Metselaar met de hand gemaakt. Zo ook al het ijzerwerk op de houten schepen en het is maar een werkplaats van 40 of 50 vierkante meter vloeroppervlak. Hier was ook nog een travalie in voor het beslaan van de paarden van P.Koorn, V.Koorn, J.Koorn, S.Zomerdijk,J.Hermans, M.Tijsen, H.Bakker,P.Hellingman en C.Bakker. Naast de smederij stond de wierpers van P.Kaan uit HippolytushoefJ.Tijsen aan de overkant. Aan de andere kant van de smederij stond een klein huisje van de Diaconie*! bewoond door H. Bakker en Antje Hutman met de kinderen Guurtje, Simon en Piet. Antje dreef een zaakje in groente en fruit. Ze ging Achter naar beneden stond een armenhuis van de Diaconie met 4 woningen erin. '*Jan Tijsen van de Gest en Antje Lont met Maartje, Antje, Neeltje, Geertje, Simon en Cor, dan weduwe Maartje Bakker met haar kinderen Nan,Piet, de ande ren Trijntje, Antje, Pietertje,tfMaartje en Gon waren dienende, 3 aan de vaste wal In de derde woning woonde Jaap Bont7 overleden 28 mei 1906, 85 jaar oud, een niet al te snuggere oude vrijgezel. Alle kinderen waren bang voor Jaap. Een gestorven big werd bij de steiger in zee gegooid, Jaap haalde het weer op en at het op. Hij kwam soms met zijn pannetje bij degene, die dat big had weg gegooid om het te laten zien. Het was aan vlekziekte dood gegaan. met een handkar Den Oever en de Gest op, met koolrapen, gele,groene en savoye kool, wortelen, uien en mosterd. Zondags gingen net voor de middag vele mensen naar Antje om een paar centen mosterd in een gewoon theekopje. Dit was dan voor hen die die dag vis aten. Weduwe Grietje Zomerdijk woonde in het laatste huis met haar zoon Nan en Jan, die een zwerver was. 201

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1991 | | pagina 5