3e Jaargang nr.4. JANJONGKIND Omstreeks 1810 komt hij als onderwijzer naar Wieringen,toen ter tijd was Wieringen nog een eiland. Op Wieringen waren toen vijf scholenHippolytushoefDen Oever;Ooster land,Stroe en Westerland.Het leerlingen aantal was ongeveer 300. Jan Jongkind was benoemd aan de school op Stroe.Een kleine school, want hij was de enige onderwijzer. Hij was een zoon van Pieter Jongkind en Grietje Rus. Hij werd geboren op 17 december 1784 en gedoopt op 19 december te Koe dijk. Ook de vader van Jan was onderwijzer der jeugd.hij is getrouwd met de Wieringse Trijntje Kaan het huwelijk werd te Akersloot afgekondigd. Trijntje stierf op 39 jarige leeftijd op 4 dec.1821 te Wieringen. Jan Jongkind hertrouwde op 3 november 1822 te Wieringen met Maria Cornelia Fromon,dienstmeid en is dan 23 jaar. Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren. De beloning van onderwijzer was slecht, zodat men gedwongen was neven activiteiten te verrichten, om tot een redelijk bestaan te komen. Bekend is dat Jan Jongkind over het eiland trok als schoenmaker. "Het gedicht over Wieringen" hebben we waarschijnlijk daaraan te dan ken. Hierin beschrijft hij zeer uitgebreid een tocht over het eiland. Jan was ook armvoogd van de kerkelijke gemeente Stroe en Oosterland. Tot op hoge leeftijd oefende hij zijn beroep uitjdat blijkt uit een raadsverslag van 19-01-1861. "De gemeenteraad van Wieringen,gelezen een verzoek van Jan Jongkind, onderwijzer te Stroehoudende een verzoek om eervol ontslag uit zijne betrekking,Gelet op Art.22 der Wet op het lager onderwijsóverwegende dat hij tengevolge van de opheffing dier School met 1 Januarij j.l. had gedefungeerd; Dat hij iemand is van 75 jarige ouderdom en meer dan 50 jarige dienst. Besluit Aan Jan jongkind te verleenen Een Eervol ontslag uit de betrekking van Onderwijzer te Stroe alhier. 14 Februari 1870 sterft hij te Stroe. GEDICHT OVER HET WIERINGEN VAN VROEGER; Het gedicht is niet gedateerdmaar in ieder geval geschreven voor 1846 Jongkind spreekt namelijk over schoon land waar veel hooi wierd ge teeld, over jaren vijf maal tien. Hij nam enkel overstroomd land waar;Een ander probleem in de tijd is het feit dat over jaren vijf maal tien niet kan kloppenimmers de Polder Waard Nieuwland is korte tijd bedijkt geweest,maar in 1683 weer onder gelopen,waarschijnlijk is het te veronderstellen, dat vijf maal tien, gezien moet worden als vijftien maal tien, dan zou het gedicht zo ongeveer 1833 geschreven moeten zijn. Zijn wandeling begon in Den Oever via Oosterland,Stróe en Hippolytushoef naar de uiterste westpunt van Wieringen. Hij ging terug naar de oostkust. Hier volgen dus zijn indrukken in dichtregels. In dit gedicht zult U enkele regels ontdekken,die in het gedicht des tijds geplaatst in de Wieringer Courant ontbreken. 174

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1991 | | pagina 3