Het was een schoon landouw,daar stond veel hooi gewas
Maar door de woeste zee, nu tot een waterplas.
En aan de binnenkant daar ziet gij ook een kooi
De vogelen velerhand die werden daar geteeld
Een rietdomp met zijn bek die op een rietje speelt
Aan 't eind van deze dijk is nog een buurt voor 't lest
Het is vier huizen groot genaamd de Oude Gest
Gij gaat dan verder voort al langs de Hoorndijk
Daar gij van ver kunt zien de koopstad Medemblik
Aan 't eind van deze dijk is nog een buitenland
Dat door de stille vloed gehouden wordt in stand.
De Stontele kunt gij ook daar buiten dijks bekijken
Waarvan men zoode haalt tot steunsel van de dijken
Dan kunt gij in het kort Den Oever weer intreden
Zijt gij van loopen moe zoo rust dan Uwe leden
In de Vergulde Zwaan kunt gij Uw geld verteren
Of zoo gij daar niet wilt gij kunt daar ook wel in de
't Hof van Holland schoon of in de Witte Zwaan
Waar dat het U belieft van mij kunt gij er gaan.
Zie daar heb ik in het kort het Wieringer land beschreven
Ten nutte van diegeen die zich daarop begeeren
Uit nood of tot vermaak om dat eens te bezien
Uit liefde is 't gedaan tot dienst van iederien
En wat aan het rijmen schort wilt gij mij dat vergeven
Al is mijn schrift wat slecht wilt gij daar niets van zegge
Ik zeg het U oprecht ik weet beter van de wegge
Ik mag nu van dit vlas niet langer zitten spinnen
Ik zal schrijven ras: wat anders gaan beginnen.