HAVENS OP WIERINGEN. Reeds in 1838, dus vóór de indijking van de Anna Paulownapolder wordt door Wieringer schippers om een haven aan De Haukes gevraagd.Diverse plannen worden gemaakt, maar er gebeurt niets. Dan wordt in 1858 gevraagd om een haven bij Den Oever. Omdat het gemeente bestuur niet wil meebetalen, gaan deze plannen niet door. In 1871 wordt de druk vergroot. Niet alleen de Wieringer schippers, maar ook die te Volendam, Enkhuizen en Urk vragen om een haven aan de oostzijde van Wieringen. De Minister van Binnenlandse Zaken geeft te kennen dat aan het aanleggen van rijkswege van een haven op Wieringen niet te denken va t. Dan komt de indijking van het Wieringermeer in beeld. Daardoor worden alle havenplannen in de ijskast gezet, want waar zou die haven nu moeten komen In 1885 heeft de Commissie tot voorbereiding der indijking van het Wierin germeer zich ontbonden en verzoekt Wieringen opnieuw om een haven.. Het plan voor een haven aan De Haukes van 1877 wordt herzien. In 1891 komen de benodigde gelden op de rijksbegroting en in december 1891 is de eerste oplevering. Na ruim 50 jaar praten, schrijven en plannen maken is er eindelijk een haven op Wieringen. De schippers van Den Oever zijn er niet blij mee. Zij willen ook een haven. Ze dienen in 1896 daartoe een verzoek in. Dat wordt afgewezen. In 1902 vraagt de schippersvereniging Schuttevaer"afdeling Wieringen, aan de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid om: a. de aanlegplaats aan de oostzijde van Wieringen te verbeteren. Deze aanlegplaats doet dienst als haven en verdient dan ook als zodanig te worden ingericht. b. het paalscherm van het Noorderhoofd te verlengen voor meer beschutting bij storm. c. enig baggerwerk te verrichten. d. een havenmeester in dienst te stellen. Van deze vragen wordt alleen b gehonoreerd, het paalscherm wordt verleng De aanleg van de Afsluitdijk is mede de oorzaak dat de haven van Den Oever wordt verbeterd en dat er een werkhaven wordt aangelegd. xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx DE POSTBOOT De aanwezigheid van de postboot en de aktiviteiten van de postschippers zijn mede verantwoordelijk voor de aanleg van de haven in De Haukes. In augustus 1887 schrijft postschipper en brievengaarder Jan Baijs naar Zijne Excellentie de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid: Het gemis van eene behoorlijke aanlegplaats noodzaakt hem om bij ongun stige weersgesteldheid des nachts bij herhaling zijne legerstede te ver laten om zich te overtuigen of de postschuit niet is weggeslagen. Het gemis van eene behoorlijke aanlegplaats brengt hem in de noodzake- 1: jkheid om bi j aankomst of vertrek met de postpakketten en brievenmalen met de geldwaarde daarin vervat, kunsttrekken van behendigheid te verrichten, die in een gymnastiekzaal de bewondering zouden opwekken^doch voor de pakketten, brieven en geldwaarde niet zonder gevaar zijn. Hoe de passagiers over de aanleg van de postschuit dachten leest u in onderstaand artikel van 26 februari 1890: 133

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1991 | | pagina 3