PINKSTEREN 1787 BIJ DEN OEVER De schippers Jacob Caan, Cornells Caan en Jacob Casenbroot, allen uit Den Oever, vertellen, dat zij op le Pinksterdag, 27 mei 1787, een groot schip op de droogte Java zagen zitten. Tussen 9 en 10 uur 's morgens gingen ze met hun voorseijlderschuijt" erheen en vroegen aan de kapitein of hij hulp wilde hebben. Kapitein Jan Olfertsz van het schip De Herstelder" wilde graag hulp bij het weer vlot krijgen van zijn schip. Dus bleven de mannen in de buurt om te wachten op hoog water. 's Maandags 28 mei, 's morgens rond half vier, lukte het met veel moeite om het schip in vlot water te brengen.Het begon zo hard te waaien, zodat ze met hun eigen schip een veilige ree moesten zoeken. Ze gingen in 't Lange Diep voor anker. Dinsdags 29 mei was het nog geen weer om aan boord van De Herstelder" te gaan en die verder te loodsen. Maar woensdagsmorgens 30 mei) hebben zij het grote schip over het Vlaak gebracht. De kapitein dankte de mannen, die al die dagen en nachten bij hem aan boord waren geweest voor de moeite en de hulp. Uit: Oud-Recht 6656. Bewerkt door Nel Fijnheer-Rotgans.) xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Havenreglement van rond 1890. Bijzonder reglement van politie voor de havens der eilanden Terschelling, Vlieland, Wieringen, Urk en Marken. Art. 1: Bij het binnenkomen van den havenmond moeten de schippers de zeilen hunner vaartuigen strijken of met halve kracht stoomen, zoo er een stroom gaat die de vaartuigen terug kan doen drijven mogen de zeilen worden toegegeid of mag meerdere stoomkracht worden aangewend. De boegspriet moet zijn getopt en de ankers haken en boomen binnen boord liggen. De schipper van een vaartuig, dat de haven of den havenmond zal verlaten is verplicht indien er gelijktijdig vaartuigen in de haven komen, die eerst binnen te laten. Art.2: Het is verboden de te laden of geloste voorwerpen gedurende den nacht op de steigers, kaden of havenbermen te laten staan. Het geloste moet voor den nacht verwijderd en het ter lading aangevoerd vóór dien tijd aan boord van het vaartuig gebracht zijn. Art.3 Bij naast elkander liggende vaartuigen zijn de schippers der vaar tuigen, die het buitenste liggen, verplicht door het uitbrengen van trossen of van ankers op het diep de vereischte voorzorgen te nemen, dat de lichters der binnenwaarts gelegen vaartuigen bestemd voor de lading of lossing geen schade bekomen. Art.4 Overtreding van de bepalingen van dit bijzonder reglement wordt, voorzover daartegen bij de wet of het algemeen Reglement is voor zien, gestraft als a. met geldboete van ten hoogste f 50,- de overtreding van art. 1 en 3. b. met geldboete van ten hoogste f 25,- de overtreding van art.2.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1991 | | pagina 20