Ramp te Wieringen. t Men schrjjft ons van Wieringen: Ook hier, gelijk in alle planteen van ons vaderland, was de wintervorst inge treden en deed ze het water inéén gladde ijsbaan véranderen. Het binnenwater in de verschillende vaarten, lokte dagelijks honderden liefhebbers uit tot schaatsen rijden de bestaande jjsclubs vormden da gelijks jjsfeesten, dan voor hardrijders, dan voor paren, dan voor kinderen. Ook de armen van het eiland werden niet verge ten; de commissie bood aan de gegoeden inteekenljjsten aan en mocht voor hun opoffering de voldoening smaken, aan vele armen een prettigen dag te bereiden, daar er op de lijsten flink was geteekend; er heerachte over het geheele eiland een vrooljjke stemming, daar de bewoners groote liefhebbers van het ijsvermaak zijn. De ven ouds bekende familie Wigbout staat bjj eenigizins vasten winter altijd klaar om als de eersten een tocht over het ijs over zee te doen van hier naar Kolhorn. Men zegt dat door hen in verschillende jaren ruim 40 maal dien tocht met hst beste gevolg is gedaan. Zij zijn door en door op de Zuiderzee bekend, daar zjj al len schippers zjjn. Ook nu, den 16 Januari, ondernamen zij dien tocht en wel P, Wig bout, zijn oudste zoon J. P. Wigbout en zijn kleinzoon P, Wigbout, met nog een jongeling uit de buurt, genaamd J, Eraan. Daar zij den volgenden dag niet weder keerden, begon men eenigszins ongerust te worden. Ook Vrijdag kwam niemand terug. Zaterdagmorgen vertrok de dochter van P. Wigbout naar Kolhorn, óm een onderzoek in te stellen, en daar moest zjj de treurige tijding vernemen, dat de ijsgangers daar niet waren aangekomen. Zondagmorgen, bij aankomst der post, was zij weer te Wieringen en vele belangstel lenden waren aan -de havén, en zie, binnen enkele uren was het geheele eiland in een diep treurige stemming over het gröote ongeluk, dat hier was gebeurd. Onze Edel Achtb. Heer Burgemeester deed terstond alle mogelijke moeite om te zien of er nog iefs ie reiden was. Onmiddellijk braken enkele schippers door het ijs en trokken met hun schuiten naar de plaats waar men vreesde dat zjj gebleven waréneen enkel bericht van onzen Burgemeester aan de schippers van den Oever, en ook daar was men in een oogenblik in zee met twee schuiten, in de hoop dat men de ongeluk- kigeu nog op een ijsschots mocht aantreffen doch al die moedige mannen kwamen diep teleurgesteld tehuis. Wij allen vreezen dat zjj noodlottig omgekomen zijn. Alle ijs- vreugde is veranderd in groote droefenis, daar ieder Wieririger, familielid is van de verongelukten of het diep treurige van den toestand niedegevoelt. kin 'immers, dit doet ieder, diezich voor den geest roept dat éene vrouw haar man en zoon, de kin deren een r.orgvollen vader en broeder en een ouderpaar hun oppassenden zoon bij dit ongeluk vermoedelijk hebben verloren. Tóch kunnen wij niet nalaten hier een woord van dank te brengen aan hen, die dadelijk op den eersten roepstem bereid wa ren hun Zondag op te offeren en met een schip in zee te gaan óm zoo mogeljik nog iets te ontdekken. Heden Maandag zjjn ongereereèn veer tigtal Wieringervaartuigen en twee ma rineschepen bezig de kusten af te dreggen om zoo mogelijk de lijken van de onge- lukkigeu te kunnen vinden. 1901

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1990 | | pagina 7