YfavAfié**
0 fl
fc JpÉ
- Qvfc. K'/i
getuijgen, en de Requiranten daar van een gescheijden, moetende zij ge-
tui jgen naar Gorinchem en de Requiranten naar Schoonhoven om te lossen,
hebbende zij getuijgen naderhant van de Requiranten gehoort, dat zij
daags daaraan den 31 dito tot Schoonhoven waren gearriveert en dat haar
laaste ligter der Requirant Jan Kooij op den 4 Februari daaraanvolgende
had gelost, en zij Requiranten diestijts waren afgedankt en hebben zij
Requiranten het geen haar getuijgen seker bewust is dus negenenzestig
dagen in slants dienst met haar scheepen geweest, hebbende zij ge
tuijgen twee dagen langer en alsoo een en zeventig dagen in dienst
geweest als zijnde op den 6 Februari 1786 uijtgenomen hij haar laaste
getuijge een dag minder en een dag later aangenomen, voor welke 71 en
70 dagen zij geuijgen ook ten volle betaald zijn en haar geit ontfangen
hebbea en dat de Requiranten geen meerder geit hebben kunnen krijgen
't welke zij getuijgen voor een denselven hebben ontvangen en ook ont-
fang als voor agt en vijftig dagen en dus waar zij voor elf dagen min
der als zij actueel in dienst van den lande met haar scheepen geweest
zijn, 't welk sonder tegenspraak en bij abuijs van datum of andere ver
keerde aantheekening is ver oorsaakt geworden, want zij getuijgen ten
vollen overuijgt en bewust zijn, dat de requiranten met haar scheepen
geen meerdere als twee dagen minder (als haar laaste schip op den voor
noemde 4 Februari gelost is) als haar getuijgen in dienst van den lande
geweest zijn uitgenomen de bovengemelde eene dag van aanneming van hem
leste getuijge en ook daarna hadden behoorden betaalt te werden, soals
zij getuijgen ten volle na ordienaire costing betaalt zijn.
Eijndigende zij getuijgen haar gegeve verklaring gevende voor redenen
van wetenschap, dat zij van op den dag haaren aanneming of den 27 en
28 November 1785 tot dat zij op den 30 Januari 1786 met elkander tot
Dordrecht zijn geretoinneert altijt bij elkander en tegelijk in dienst
zijn geweest en verder als in den text, kunnende dit uijt hoofde als
boven met alle sekerheijt verklaren en zijnde dus bereijt dese haar
gegeve verklaring ten alle tijden, des gerequireert werdende met Eede
verder te sterken.
Gedaan en gepasseert ten raathuijse van Ipolitushoeff voornoemt en bij
scheepenen en de getuijgen geteekent
CORNELIS COORN
PIETERE VOLKERTSZ.
PITER NANNINGSZ.
In j fp y>/ -
Mij present secretaris
EVERT HEIJBLOK
Jacobus van Pommeren.
w f*
83