STAMBOOM FAMILIE BOERSEN. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het bedrijf. Uit overlevering het verhaal dat de eerste Boersen die zich op Wie- ringen vestigde niet zo'n beste was. Zijn naam was Gerrit Reyersz. In het boek 't Land van Texsel" van v.d. Vlis staat op bladzijde 241, handelend over strafrecht: "Gerrit Reyers, waarschijnlijk een heler, kwam er wat beter af. Na een langdurige geseling werd hij voor eeuwig van Texel gebannen". Hoe hij in den vreemde leven moest was een vraag waarover Schout en Schepenen zich niet bekommerden. Het boek waarin dit geschreven staat bevat de Rolle der Schepenen van Texel. Het bevindt zich in het Rijksarchief te Haarlem. Tot nu toe is het verhaal nog niet gevonden. Dus of het hier inderdaad om dezelfde Gerrit gaat is niet zeker. Gerrit trouwde op Wieringen - 20-4-1749 - met Aaltje Jans Schagen. Hun zoon huwde op 21-4-1793 met Marijtje Antoni1s Wagender. Zij kregen acht kinderen waarvan o.a. de Wieringer en Alkmaarse Boer- sens afstammen. Gerrit had een neef, Jan Willemsz. Hij huwde op Texel in 1725 met Jannetje Strop, alias Breed. Na haar dood trouwde hij voor de twee de keer op 16-4-1738 in Warmenhuizen met Aaltje Dirks Nanis. Hun tak bestaat ook nog steeds. Jan Willemsz. is begraven in de Lauren- tiuskerk in Alkmaar. De Boersens die op Texel bleven en nog zijn, hebben als stamouders Cornells Gerritsz. en Geertje Cornells Wildeboer, gehuwd 29-1-1696. Hoe de takken van Gerrit en Jan nu precies passen aan diegenen die op Texel bleven is nog niet bekend. Inzage in de doopboeken heeft nog niet geleid tot de oplossing van dit vraagstuk. Ook is er een familiestam afkomstig uit Achterveld. Of deze even eens stamt van de Texelse voorouders is nog de vraag. PLAATSELIJK NIEUWS. Dat de natuur soms wonderlijke grillen heeft, ondervond verleden week de Land- bouwër Jn. Boersen. De oude man, ofschoon niet zoo rad meer zijnde, was ijverig in de weer en schonk al zijn aandacht aan een vork met hooi, die-hij op een schellje zou werpen. Geen koeltje was te bespeuren. Plotseling als was 't een grap, ko mt daar een hoos en neemt de man de hoed van t' hoofd en met dat, hij naar zijn in de lucht verdwijnend hoofddeksel kijat, ziet hij ook zijn schelQe hooi als Zeppelin de lucht door klieven. Wonder boven wonder werd Boer sen zelf geen luchtschipper, dooh mompelde vol verbazing: „Zoo oud als ik ben, heb ik zooietR fiog nooit beleefd. t t zé-7-IQ^H,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1990 | | pagina 3