68.
DOOPSGEZIND WIERINGEN. (2)
Deze tweede aflevering gaat over Elbert Wognum, een tijdgenoot van Cornelis
Wagemaker jaargang 2 nr.l) en deze twee mannen vertonen veel overeen
komsten. Beiden werden zeer jong gedoopt, op heel jonge leeftijd leraar en
zijn jarenlang liefdeprediker geweest.
Elbert Wognum werd op 18 juli 1721 op 14-jarige leeftijd gedoopt^en op
16 juni 1726 - samen met Volkert Veerdig - tot leeraar versogt".
Zij werden op deze dag na voorafgaand besluit en gedane gebeden door de
broederen bij meerderheid van stemmen onder toezicht van den Hoornschen
leeraar Pieter Adriaansz. Houttuyn tot dienaren in het woord verkozen."
Zij hadden geen bevoegdheid tot het bedienen van doop en avondmaal en tot
het bevestigen van diakenen. Hiervoor was hulp van buitenaf nodig.
De broederschap floreerde blijkbaar goed, want op 9 april 1736 werd aan
de gebroeders Simon en Jan Jansz. de Wit hetzelfde ambt opgedragen.
Deze mannen bleken niet zo geschikt te zijn. Van Jan is verder niets bekend
en Simon de Wit werd liever diaken, waartoe hij op 19 mei 1743 bevestigd
werd.
Intussen was Volkert Veerdig overleden en er was dringend behoefte aan een
nieuwe leraar. Op 11 april 1740 werd Cornelis Wagemaker door de broederschap
toegevoegd als tweede leraar
De gemeente beschikte nu weer over twee voorgangers en beiden zouden dit
werk jarenlang blijven doen. Op 17 juni 1742 werden Elbert Wognum en
Cornelis Wagemaker door de Twisker leraar Cornelis Tijssen in den vollen
dienst bevestigd", zij mochten dus vanaf nu doop en avondmaal bedienen en
diakenen bevestigen, zodat de gemeente geen hulp van buitenaf meer nodig
had
Elbert Wognum was een bemiddeld man, maar hij moet bovenal een bescheiden
mens geweest zijn. Eigen naam en handelingen vermeldt hij zo weinig moge
lijk. Sinds 1721 zijn de belangrijkste gebeurtenissen uit de gemeente op
schrift gesteld, zeer waarschijnlijk door Elbert Wognum, maar zijn naam
staat nergens bij. In 1769 heeft hij hier een inleiding bij geschreven,
waarin wordt verteld wat bij overlevering bekend is over vroeger tijden.
Dit notulenboek toont ons zijn ijver en nauwgezetheid, maar ook zijn
bescheidenheid. In 1776 wordt de vergaderplaats in de Elft vernieuwd onder
leiding van Cornelis Wagemaker. In het notulenboek staat aangetekend dat
br. Cornelis Adriaansz. Smit voor dit doel f 500,- schonk en de overige
leden met elkaar f 400,- daarvoor bijdroegen. Nergens staat vermeld dat
Elbert Wognum hiervoor f 1000,- schonk. door overlevering bekend aan
ds. N.Pott en door hem opgetekend)
Hieruit en uit andere daden blijkt zijn grote liefde voor de gemeente,
maar bovenal uit deze zich in zijn testamentaire beschikkingen.
Deze legden de basis tot een fonds voor de eredienst en stelden de
gemeente in staat een opgeleide predikant aan te stellen.
De eerste die hiervan profiteerde was Cornelis Wagemaker. Hij kreeg na
het overlijden van Elbert Wognum f 350,- per jaar, doch dit was van
korte duur, op 1 januari 1784 overleed hij.
Vervolgens werd besloten om f 500,- en een vrije pastorie aan een nieuw
te benoemen opgeleide) predikant aan te bieden.
Elbert Wognum overleed op 31 augustus 1781. Hij had 55 jaar lang geheel