61 De vijftiende mei was voor ons de oorlog voorbij en konden we te rug naar de Sluisweg. De woningen waren gelukkig onbeschadigd. De volgende dag kwam bij ons een gezin van acht personen uit Kornwerderzand. Deze mensen waren tijdens de oorlogsdagen in Friesland geweest. De gezinnen uit Kornwerderzand waren dak loos. Hun huizen waren opgeblazen. Wat ik me nog heel goed herinner is, dat de familie die bij ons kwam een groot aantal kippen meebracht, waardoor we erg veel aan de kippebout hebben gezeten. Louis Sperling. HET BEGIN VAN DE OORLOG IN ROTTERDAM. Aan veel mensen is wel eens de vraag gesteld: "Weet jij nog hoe de oorlog begon?" En iedereen weet het te vertellen op z'n eigen manierl Met mijn broer Jan was ik samen in Hoek van Holland, om aan te sterken in een preventorium. We waren er beiden niet best aan toe. Veel Rotterdamse kinderen waren daar. 't Was een slechte tijd. Moeder had zeven kinderen, waarvan één was overleden. Vader lag in het ziekenhuis en was ernstig ziek. 't Was mei 1940. 's nachts wer den we wakker op de jongenszaal vanwege een enorm lawaai. Vliegtui gen vlogen heel laag over ons gebouw en er werd vreselijk geschoten. De zusters kwamen ons in paniek halen. We moesten in lange rijen op de grond in de gang zitten. Een non lag geknield op de grond en be gon de rozenkrans te bidden en iedereen deed mee. Later hoorden we dat er hevige luchtgevechten waren, die zich af speelden boven het Westland. De volgende morgen zagen we allemaal brancards binnenkomen met ge wonde mensen. Ze moesten op onze zalen liggen. Alle kinderen moes ten evacueren. In een lange stoet gingen we lopend naar Naaldwijk. We kwamen daar in een grote kerk, waar men stro op de grond had ge legd. Die nacht kwam van slapen niet veel. Steeds maar weer loeien de sirenen, luchtgevechten en luchtdoelgeschut. De volgende morgen werd bekend gemaakt dat we naar 's Gravesande gingen en allemaal bij verschillende mensen zouden worden onderge bracht. Jan en ik mochten bij elkaar blijven. Weer liep de hele stoet, af en toe dekking zoekend in de greppel, op weg naar 's Gra vesande Bij een winkeltje van Jamin werden wij ondergebracht en we moesten meteen naar de kelder. Daar was het veilig, zeiden ze. Als haring in een ton brachten we daar drie nachten door. Het bevrijdende moment kwam toen een zuster van het preventorium ons kwam halen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1990 | | pagina 21