31.
Een historische vereniging zal binnen haar organisatie over een correspondent
dienen te beschikken, die contact moet onderhouden met de commissie Lande
lijk Schoon van het historisch genootschap Oud-West-Friesland", die in
deze coördinerend zal optreden. Vragen over subsidie-aangelegenheden, te ont
werpen objecten of aantasting van objecten met een cultuurhistorische waarde
kunnen langs deze weg worden doorgespeeld. Ervaring met het beschrijven van
in een gemeente aanwezige historische objecten kan worden opgedaan met mede
werking van de heer A.Wit uit Nieuwe Niedorp, die over grote ervaring en veel
kennis beschikt.
Het was daar in Callantsoog niet alleen zeer leerzaam, maar ook bar genoeglijk.
Ook al vanwege de inleiding over het ontstaan en de ontwikkeling van het dorp
van omstreeks 1900 tot heden.
Bijzonder verrast werden we door de heer V.Nobel van Oud West-Friesland"
die boeken, betrekking hebbende op Enkhuizen, Hoorn, Schagen en den Helder
aan de betreffende verenigingen schonk.
Deze bijeenkomst werd namens de Historische Vereniging Wieringen bijgewoond
door de heer A.Pruimboom.
CLARA VAN SPARWOUDE EN HAAR NAKOMELINGEN
Te Delft sterft 4 augustus 1615 Clara van Sparwoude, ongeveer 85 jaar oud,
kinderloos. Zij is de weduwe van Arent Vranckensz. van der Meer, de Hoge
Heemraet van Delfland en secretaris van Delft. Zij beiden woonden in dezelfde
straat en leefden tegelijk met Willem van Oranje.
Het testament van Clara van Sparwoude wordt 10 augustus 1615 geopend.
Gedurende meer dan drie eeuwen profiteerden leden van vele families, van
geslacht op geslacht in steeds breder kring van hun erfdeel in de nalaten
schap van Clara.
Dat bestond in de uitkering van een jaarlijks legaat of een som geld bij
huwelijk, terwijl ook gedurende die tijd enige honderden predikanten deze
hoefden niet uitsluitend tot de familie te behoren) hun studie uit deze
nalatenschap, geheel of gedeeltelijk betaald kregen.
Onder deze ontelbare bevoorrechten waren er slechts enkelen die nog iets van
enig verwantschap met de erflaatster afwisten.
De uitkering was een familietraditie geworden. Vader of moeder waren tot een
legaat gerechtigd geweest en dat was voldoende om zich tot het bestuur van de
Stichting van Clara van Sparwoude te wenden en een uitkering te krijgen.
De verwantschap met de erflaatster op Wieringen is als volgt:
op Wieringen wordt Arnoldus van der Meer tot predikant beroepen komende van
Valcoogh en bevestigt te Oosterland op 29 december 1647. Hij gebruikt als
toenaam Van der Meer. Zijn werkelijke familienaam is Stulingh.
Deze Arnoldus van der Meer Stulingh maakt gebruik van een beschikking in
het testament van Clara. Daarin staat nl.:
Mijn meninge ende uyterste wille is dat het studium theologie tot opvoe
ding van de Dienaren des Gotlichen woorts gevordert worde
Daarvoor wordt in het testament geld uitgetrokken. Arnoldus Stulingh van der
Meer maakt gebruik van deze bepaling en wordt predikant.