28,
vrij te bewonen.
Er zijn een tweetal geschriften bewaard gebleven:
a. Een volledig uitgeschreven preek, gehouden op nieuwjaarsdag 1777, bij de
inwijding van de vernieuwde vermaning in HippolytushoefTekst van de preek
I Petr.II: A5Het is een gedegen stuk werk, waar hij veel tijd ingestoken
moet hebben.
b. In Amsterdam is een boekje van zijn hand gepubliceerd ten behoeve van
het godsdienstig onderwijs, getiteld:
Onderwijzing aangaande het Christelijk geloof in vragen en antwoorden.
Het verscheen in 1759 bij F.Houttuyn en in 1776 volgde een tweede druk.
In de voorrede Opdragt aan mijn geagte Gemeente" schrijft Cornells dat
hij zeer jong tot de predikdienst is geroepen, met meer opregtheid en goede
wil dan onderscheiden kennis en ervarenheid, dat eigen huis en ambtswerk
zijn ledige tijd weinig maken, doch dat hij niettemin thans de gemeente dit
boekje kan aanbieden als vrugt mijner uitgekogte uren."
Cornells Wagemaker is een arbeidzaam man geweest. Naast eigen gezin en werk
hij was boer, en beslist geen rijke heeft hij AA jaar lang de doopsge
zinde gemeente op Vieringen gediend, en zijn bewaard gebleven preek toont
duidelijk dat hij zich er niet met een Jantje van leiden heeft afgemaakt.
Nog een aardig detail: alle meisjes met de voornaam Wijntje in Wieringer
families zijn terug te voeren naar Wentje Lakeman.
ODE AN ONGS MOOIE VIERINGEN
Menske menske wat is ongs Vieringen toch mooi
Met zien hoogte en leegtes zen zankd en zien lankd
en nog een klein stukje strankd
Met zien koeien en scheape met lammerkes en 't lankd
wat mooi
En in de zeumer de oppers met hooi
Den had je in de koog die duisende kamillen op dat
kleine brokje krogt, met hier en deer een klaproos
en een korenbloem en ok nog sterretjes.
En den had je ok nog wilde seringen
En de slootjes weer je met een kloet
overheen kon springen.
Nou en den dat kooibos de bomen ze waren
helemaal verwilderd, leek wel schilderd.
En in de winter met sneeuw en ies
Den gingen de boeren met peerd en ar an de glies.
En den schaasten ze over die slootjesklommen over
de dammen en den ging het weer voort
Nou van klunnen deer hadden ze toen nog wel
nooit van hoort.
En ze schaasten van Oost naar West en Zuid naar Noord
deur ongs mooie Wieringer oord.
G.Cloots-de Haan