Tegelijkertijd verdreef Sonoy een Spaanse ruiterbrigade en nam met zijn vendel het kasteel op De Hoef in De verloren slag op het Haarlemmermeer eind mei 1573 48 - OUDALKMAAR OUDALKMAAR - 49 Hoogstwaarschijnlijk zullen de monniken in november 1572 de abdij verlaten hebben. Willem van Oranje, op dat moment op bezoek in Haarlem, was daar getuige van de plunderingen van kloosters en kerken, maar bleek onmachtig op te treden tegen de calvinistische bendes. De gang van zaken in Haarlem moet voor de meeste bewoners van de abdij zo bedreigend zijn geweest dat zij gevlucht zijn. Hun abt, Godfried van Mierlo, tevens bisschop van Haarlem, had al in juli de wijk genomen omdat hij het lot van de abdij voorzag. Zonder twijfel heeft hij toen de belangrijkste kloosterschatten meege nomen, zoals het beroemde Evangelieboek en de relieken van de heilige Adelbertus en deze in bewaring gegeven aan zijn vertrouweling Peter van Driel in Haarlem. bewoners in bescherming nam. Het bleek een loze belofte mede door een eerder besluit van de eerste ‘vrije’ Statenvergadering om goederen van kloosters en kerken te confisqueren voor de oorlogskas. Rond de jaarwisseling 1572/73 nam geuzenkapitein Nicolaas Ruychaver de leegstaande abdij in en legerde zich daar met 600 man. Tegelijkertijd verdreef Sonoy een Spaanse ruiterbrigade en nam met zijn vendel het kasteel op De Hoef in. waardoor de stad Haarlem van zijn bevoorradingsmoge- lijkheden werd afgesneden en een fatale ommekeer van de strijd om Haarlem in gang werd gezet, deed Willem van Oranje van strategie veranderen. Sonoy trok naar de Diemerdijk en verbrak daar de Spaanse aanvoerlijnen over water. Dat was nog de enige optie om Haarlem te redden. Ter versterking van de positie van Sonoy stuurde Oranje op 7 juni een deel van de geuzentroepen die in de abdij waren gelegerd, naar de Diemerdijk. Een ander deel onder leiding van Jacob Cabeliau trok naar Alkmaar. Bij hun vertrek uit Egmond staken de soldaten de Buurkerk, het slot op de Hoef en de Adelbertuskapel in de duinen in brand. Dit om te voorkomen dat ze door de Spanjaarden als uitvalsbasis gebruikt konden worden. De abdij bleef daar uiteraard van gevrijwaard, want de bouwmaterialen werden in hoog tempo naar Alkmaar afgevoerd. De stad Alkmaar bleef kennelijk onwetend van Kaart van Alkmaar met linksonder Kennemerpoort en bastion. P. van der Keere, 1603. Regionaal Archief Alkmaar. deze troepenverplaatsing want zij beklaagde zich bij Oranje over het wegvallen van de verdediging van de stad. De prins liet echter weten dat de strategie uiteindelijk ook Alkmaar ten goede zou komen en drong er nogmaals op aan de stad in een hoger tempo te versterken. Dat deed Alkmaar ook, want op 8 juni werd de eerste steen voor de nieuwe Kennemerpoort gelegd door burgemeester Mostart. Het materiaal van de abdij lag er klaar voor en zou de komende zes weken aangevoerd worden op platbodems die van het haventje naast de abdij tot aan de werkplaatsen konden varen waardoor het bouw- tempo hoog bleef. Uit een briefwisseling tussen Ruychaver in Egmond en Willem van Oranje in Sassenheim blijkt dat laatst genoemde uitstekend op de hoogte was van alle gebeurtenissen. Op 8 juni, de dag na de afronding van de eerste fase van de ontmanteling van de abdij, sprak Oranje namelijk zijn waardering uit voor de inzet van Ruychaver. Zonder verdere details te noemen moet Oranje hebben gedoeld op diens rol bij de systematische afbraak van de abdij ten behoeve van de stadsverdediging van Alkmaar. De afbraak van het abdijcomplex was toen al twee weken in volle gang en werd voortgezet door werklieden uit Alkmaar, zo blijkt uit de rekeningen van de fabrieksmeesters, door archivaris Cornelis Bruinvis ontdekt. De sloop van de abdij zou na het beleg worden hervat en nog duren tot 1577. Toen was er behalve de twee torens van de abdijkerk van het hele kloostercomplex niets meer over. De Victorie van Alkmaar was een feit, maar helaas wel ten koste van de abdij van Egmond. Kaart van de onbedijkte Egmondermeer, Lourens Pietersz., ca. 1550. Regionaal Archief Alkmaar. BRONNEN: Noord-Hollands Archief Haarlem en Regionaal Archief Alkmaar (met dank aan Harry de Raad). Verder diverse publicaties zoals C.W. Bruinvis, De slooping der abdij van Egmond (1894) en J. Hof, De abdij van Egmond, van aanvang tot 1573 (1973). STADSWAL VAN KLOOSTERMOPPEN De vestingwerken aan de zuidkant van de stad waren net klaar toen op 21 augustus 1573 Don Frederik, zoon van Alva, het beleg sloeg voor de stad en ervoor koos de nog altijd zwakke noordkant aan te vallen. Nadat in septem ber de sluis bij Krabbendam was opengezet en de Oosterdijk was doorgestoken, bereikte het water het eerst de noordzijde van de stad en dit noopte de Span jaarden tot hun aftocht op 8 oktober.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2023 | | pagina 12