DE VICTORIE VAN ALKMAAR EN
DE ONDERGANG VAN DE ABDIJ
VAN EGMOND IN 1573
1
Ti.
Paul Buitenhuis
I
F
A A
lil hi
O
A*'
3;<
4
f
A»Lil
WN«
46 - OUDALKMAAR
OUDALKMAAR - 47
Over de bouw van de stadsmuren, de bastions en de poorten van Alkmaar in de maanden voorafgaand aan het
Spaanse beleg in 1573 is feitelijk weinig terug te vinden in de Alkmaarse archieven. Hetzelfde geldt voor de abdij van Egmond
die in precies dezelfde tijd bijna volledig afgebroken is. Eigenlijk is het verhaal over de abdij nog vreemder, omdat tot op
de dag van vandaag wordt aangenomen dat de verwoesting door de geuzen onder leiding van Diederik Sonoy zou zijn
gebeurd, terwijl er onweerlegbaar bewijs is dat Sonoy op het moment van de verwoesting op de Diemerdijk was. Ook is
er bewijs dat de abdij weloverwogen en planmatig is afgebroken ten behoeve van onder andere de bouw van de nieuwe
Kennemerpoort en aangrenzend de stadswal en het bastion op de zuidwestflank van Alkmaar. Deze feiten hebben mij
gemotiveerd de werkelijke gang van zaken zo goed mogelijk te achterhalen.
K Ruïne van de Abdij en Buurkerk te Egmond-Binnen, gravure
J. Schijnvoet, 1711 (naar een tekening van R. Roghman, 1645).
Regionaal Archief Alkmaar.
Oudst bekende tekening van de restanten van kasteel en
abdij te Egmond in het dagboek van Adriaan Buchell uit 1596,
Bijzondere collectie Universiteit van Utrecht.
In de aanloop naar het Spaanse beleg kwam het stads
bestuur van Alkmaar pas laat tot handelen als het gaat
om het versterken van de verouderde stadswallen die
kwetsbaar waren in de ‘moderne’ oorlogsvoering. Naar
Italiaans voorbeeld ontwierp Adriaen Anthonisz nieuwe
stadsmuren met bastions. Maar dit gebeurde pas nadat
Sonoy, gouverneur van het Noorderkwartier, in januari
1573 had aangedrongen op versterking van de Alkmaarse
verdediging.
Ook Willem van Oranje zelf heeft daar herhaaldelijk
op gewezen toen Haarlem zwaar onder vuur lag. Pas op
16 februari nam het bestuur het besluit tot modernisering
van de wallen. Anthonisz kreeg opdracht om dit uit te
voeren, te beginnen met de zuidmuur. Daarvoor moest
nog wel eerst toestemming van de prins van Oranje
verkregen worden om huizen en andere gebouwen die
de uitbreiding in de weg stonden, te slopen. Ook toen
de stad Hoorn in november 1572 het klooster Nieuwlicht,
ten noorden van die stad, wilde slopen ten behoeve van
de verdediging werd eerst toestemming aan Oranje
gevraagd. Zij kregen die snel en zonder aarzeling.
Dat er geen toestemming is gevraagd voor de sloop van
de abdij van Egmond, althans voor zover bekend, is
opmerkelijk te noemen. Eigenlijk is de opdracht die
Sonoy op 1 april 1573 gaf om lood en koper van de daken
van de abdijgebouwen te halen het enige schriftelijke
bewijs dat de afbraak zorgvuldig gepland en voorbereid
was. Het besluit tot ontmanteling moet wel ingegeven
zijn door de aanwezigheid van veel ‘bouwmateriaal’ van
het grote complex dat over water gemakkelijk vervoerd
kon worden. Het Egmondermeer was immers weer
ondergelopen na de Allerheiligenvloed van 1570.
Tegelijkertijd wilde men voorkomen dat de abdij door
de Spanjaarden als uitvalsbasis gebruikt kon worden.
Een dubbelslag als het ware.
De abdij van Egmond was een van de oudste en
belangrijkste kloosters van Holland en zeer vermogend.
Op gezag van Oranje was al eerder door een speciaal
aangestelde rentmeester het totale vermogen in kaart
gebracht en hij had zijn vertrouweling Charles de Boisot
aangesteld om de hele operatie van confiscatie, afbraak
van de abdij en opbouw van de Alkmaarse stadswallen te
leiden. Waarschijnlijk is tot deze operatie al besloten in
februari maar dat moest geheimgehouden worden om
de overwegend katholieke bevolking van Alkmaar niet
tegen zich te krijgen. Er was Willem van Oranje namelijk
veel aan gelegen brede steun onder de bevolking te
verkrijgen voor de strijd tegen Alva.
Na zijn mislukte veldslag in september 1572 in Brabant
landde Oranje vanuit Kampen op 21 oktober in Enkhuizen
en op 28 oktober was hij in Alkmaar om de verdedigings
werken te inspecteren en vooral draagvlak voor de
opstand te creëren. Dit laatste deed hij onder andere
door in de stad een plakkaat te verspreiden waarin
te lezen stond dat hij de abdij van Egmond en haar
aC-
r
Pieter Adriaensz
Cluyt, Belegering
van Alkmaar ge
zien vanuit het
zuiden, olieverf
op paneel, 1580.
Stedelijk Museum
Alkmaar.
■>A
ft
X"» TOOnló ‘.V X
9
«L.
A. X.*’
C' Vy VO'-.Xi
cA
^VvxX AAtvwl JI wL.'ft 'hn-
V «..A) A. f
t...
<.<0.0, -Ant.’ VcJU
- I.Lriv'S
‘•'U’i.A
1
A»nt C x f
F