VOOR DIENSTBODEN EN ANDERE ONDERHORIGEN DE ALKMAARSE VOLKSVOORDRACHTEN VAN ‘T NUT |n Bertus Bakker Ik geloof vast, dat een pleizierige en leerzame volksvoorlezing op zijn tijd even weldadig werkt als een apothekersdrankje en dat zij bepaald gezonder is voor een mensch dan bijv. een borrel. Francois Haverschmidt, Winteravondvertellingen &-*■ 10 - OUDALKMAAR OUDALKMAAR - 11 Onderwijs voor de ongeschoolden: het was dé opdracht die de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen zich stelde. Om de volksbeschaving op een hoger peil te brengen ontplooide ’t Nut tal van initiatieven. Armenscho len, volksbibliotheken, volkslezingen: het waren evenzovele instrumenten om de arbeidersklasse moreel en intellectueel te verheffen. De Maatschappij was in 1784 in Edam opgericht en al twee jaar later had ook Alkmaar een departement. Dit artikel gaat over de openbare volksvoorlezingen waarmee de heren van ’t Nut probeerden hun minder bevoorrechte stadgenoten voor te lichten. Een nobel streven, maar wat kwam ervan terecht? zijn toegenomen. Door gebrek aan goede sprekers - toe hoorders waren er voldoende - sneuvelde het initiatief na twee winterseizoenen. lectoren aangesteld die her en der in het land op verzoek van de departementen lezingen kwamen verzorgen. De serie voordrachten werd geopend door Jan Jacob de Gelder, rector van het Alkmaarse gymnasium (afb. 1). Vier jaar eerder had hij in Leiden aan de wieg gestaan van de eerste volksvoordrachten aldaar. In lokaal Harmonica onderhield hij zijn gehoor met een voordracht over opvoeding van (school)kinderen (afb. 2). Niet te veel verwennen en ook niet te vroeg van school halen, zo betoogde hij. Na hem volgden nog negen lezingen, alle verzorgd door leden van ’t Nut. De voordrachten ken merkten zich door een stevig moraliserend karakter. Met name de drie causerieën van de plaatselijke dominees leken meer een verlengstuk van hun zondagse preek. De organisatoren waren weliswaar tevreden over de op komst, maar schreven die niet geheel op het conto van de lezingen zelf. De voor de gelegenheid verlaagde prijs van de consumpties in Harmonica was zonder twijfel een lokker geweest. In het tweede seizoen maakten de twee Nutslectoren hun opwachting. A.G.C. van Duyl gaf een drietal voor drachten over Nederland in Oost-Indië en E.F. van Dissel sprak over een natuurwetenschappelijk onderwerp waarbij hij een aantal proeven demonstreerde. De lezingen waren openbaar toegankelijk in die zin dat Nutsleden, die uiteraard zelf vrije toegang hadden, voor vijftig cent twee vrijkaartjes konden kopen om deze aan minvermogenden - bijvoorbeeld hun dienstboden of andere ‘onderhoorigen’ - uit te reiken. Aangezien de beide lectoren toch grotendeels over de hoofden van hun publiek, in elk geval de minder ontwikkelden, leken te spreken, werden de spreekbeurten in het derde seizoen weer geheel verzorgd door Nutsleden, onder wie archiva ris Cornelis Willem Bruinvis. Omdat de animo intussen was gedaald, hield ’t Nut het daarna voorlopig voor gezien. Pas in 1870 werd de draad weer opgenomen, maar nu voor langere tijd. De liberale politicus Van der Kaay verzorgde een lezing onder de titel: niemand leeft alleen voor zichzelf (afb. 4). Die avond werden tevens de jaarlijkse eremedailles uitgedeeld aan stadgenoten voor het verrichten van edelmoedige daden. Meestal ging het om het redden van drenkelingen in en rond de stad. Het eerste seizoen was de commissie tevreden over de opkomst, met name uit de doelgroep van de ‘lagere volksklassen’. Wel moest zij constateren dat niet elke toehoorder door weten schappelijke interesse werd verleid, maar dat ‘Amor sommige dienstmeisjes tot eene andere kennismaking dan ons Nut zich voorstelde, ter vergadering dreef’. De vraag of de voorlezingen vrucht voor de volksbeschaving hadden gedragen, liet men nog onbeantwoord. De rector van het Alkmaarse gymnasium Jan Jacob de Gelder. J.P. Berghaus, prent, 1846. Collectie Regionaal Archief Alkmaar De Gelder (1802-1890) werd in 1856 tot rector in Alkmaar benoemd. ONDERWIJS IN DE KERK Vanaf 1806 exploiteerde ’t Nut in Alkmaar een volksbi bliotheek ter verlichting van de ‘mindere volksklasse’ en daarnaast bood het onderwijs aan kinderen van minver mogenden. Maar er was meer mogelijk zo meende de departementsvoorzitter, de remonstrantse dominee Volkert Swart. Al vanaf de oprichting onderhielden de leden van ’t Nut, allen heren uit de burgerij, elkaar met lezingen. Zoiets moest toch ook mogelijk zijn voor de gewone man. Velen van hen hadden nauwelijks of geen onderwijs genoten en zelfs analfabetisme was geen uitzondering. Met volkslezingen hoopte Swart de man nen, want daar ging het voorlopig om, ‘tot denken op te wekken en te doen arbeiden met veel meer vrugt en nut voor hunne huisgezinnen’. Het zou die kerels bovendien hopelijk uit de kroeg houden en misschien zouden ze wel eens de bibliotheek weten te vinden. Op 22 novem ber 1815 werd in de remonstrantse kerk de eerste van een serie avonden van ‘volksonderwijs voor den gemeenen man’ gehouden. De lezingen werden alle verzorgd door leden van ’t Nut. Helaas is ons over inhoud noch opkomst iets bekend. Het enige wat we weten is dat na afloop het aantal lezers van de Nutsbibliotheek met vijftig bleek te DOMINEES IN HARMONICA Pas in 1858 besloot men weer een poging te wagen. Dit keer kwam het idee niet uit Alkmaarse koker, maar was een landelijk initiatief van ’t Nut. Ter promotie van volksvoordrachten had de Maatschappij zelfs twee LEZINGEN EN PROEVEN Dit keer begonnen de organisatoren voorzichtig. In het winterseizoen 1870/71 hielden zij niet meer dan drie voorlezingen. De toegangskaarten waren nu kosteloos te verkrijgen voor eenieder boven de 18 jaar. Het program ma voorzag in een lezing van een uur, dan een pauze waarna nog enkele stukken poëzie en proza werden voor gedragen. De eerste bijeenkomst werd gehouden in het in 1866 door kastelein W.F. van Tellingen geopende Lokaal Diligentia aan de Gedempte Nieuwesloot (afb. 3).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2023 | | pagina 7