PRENTMAKER IN ALKMAAR STEDEL'JK MUSEUM ALKMAAR CORNELIS DREBBEL (1572-1633) Saskia van Altena i.s.m. Christi M. Klinkert Gaat dat zien! Advertorial 20 - OUDALKMAAR Cornells Drebbel werd in 2013 verkozen tot grootste Alkmaarder aller tijden. In zijn eigen tijd was hij als uitvinder al wereldberoemd. Minder bekend is dat Drebbel zijn carrière begon als graveur van prenten. Zijn oeuvre is klein, maar van hoge kwaliteit. Mo menteel is het te zien in Stedelijk Museum Alkmaar. Cornells Drebbel naar Karel van Mander, Juno, 1598, gravure, Rijksmuseum, Amsterdam Cornells Drebbel naar Hendrick Goltzius, Taalkunde, 1598, gravure, Rijksmuseum, Amsterdam Cornelis Drebbel naar opmetingen van Adriaen Antho- nisz, Kaart van Alkmaar, 1597 (afdruk uit 1747), gravure, in de 19de eeuw ingekleurd met waterverf, Regionaal Archief Alkmaar De focustentoonstelling Cornelis Drebbel (1572-1633). Prentmaker in Alkmaar werd samengesteld door gastconservator Saskia van Altena, onder begeleiding van museumconservator Christi Klinkert, en is nog tot en met 10 april 2023 te zien in Stedelijk Museum Alkmaar. Zie www.stedelijkmuseumalkmaar.nl voor meer informatie. KUNST EN WETENSCHAP Cornelis Drebbel werd in 1572 geboren aan het Verdron- kenoord in Alkmaar. Als zoon van een welgestelde boer kreeg hij een goede opleiding. Rond zijn twintigste ging hij in Haarlem in de leer bij de beroemde prentmaker Hendrick Goltzius (1558-1617). In 1595 trouwde hij met diens zus, Sophia, en vestigde zich opnieuw in Alkmaar. Daar hield hij zich behalve met graveren bezig met wetenschappelijke experimenten. In 1604 verhuisde Drebbel met zijn gezin naar Engeland, om zich in dienst van de Engelse koning volledig op de wetenschap te richten. Daar ontwierp, bouwde en demonstreerde hij zijn legendarische onderzeeboot, maar ook een ‘perpe tuum (of primum) mobile’, een eeuwig lopende klok. In november 1633 overleed hij in Londen. BIJ GOLTZIUS IN HAARLEM Als succesvol tekenaar, prentmaker en schilder runde Hendrick Goltzius een drukke werkplaats in Haarlem. Hier leerde Drebbel de kunst van het graveren en kwam hij in contact met andere vooraanstaande kunstenaars en intellectuelen. In samenwerking met hen maakte hij tussen 1591 en 1604 ten minste twaalf gravures. Die staan bol van symboliek en bevatten vaak verwijzingen naar de Griekse en Romeinse oudheid. Daarvoor was in deze periode veel interesse. SAMENWERKING Via Goltzius ontmoette Drebbel bijvoorbeeld de kunste naar en schrijver Karel van Mander (1548-1606). Met hem werkte hij aan diverse prentprojecten. Zo ontwierp Van Mander een serie van twintig prenten met Romeinse goden, waarvan Drebbel er eentje in het koper graveerde: een voorstelling van de godin Juno. Dat blijkt uit zijn signatuur ‘CD. schulp.’, bij de voeten van de vrouw. Dit is een afgekorte Latijnse zin die betekent ‘Cornelis Drebbel heeft dit gegraveerd’. Juno is de echtgenote van opper god Jupiter, en te herkennen aan de pauw - een vogel die haar in de kunst vaak vergezelt. KNEEPJES VAN HET VAK Het graveren van een prent is een arbeidsintensief proces. Met een scherpe graveerstift (burijn) wordt een voorstelling in een koperen plaat gesneden. Deze plaat wordt vervolgens met inkt ingesmeerd en weer schoongewreven, zodat de inkt alleen in de ingekraste lijnen achterblijft. Tot slot wordt de plaat afgedekt met papier en door een drukpers gehaald. Het resultaat is een afbeelding in spiegelbeeld: een gravure. In Drebbels tijd gingen jongens al rond hun twaalfde in de leer om de graveertechniek onder de knie te krijgen. ZEVEN VRIJE KUNSTEN De prentserie Zeven vrije kunsten is het absolute hoogte punt van Drebbels graveerkunst. Goltzius tekende de ontwerpen voor de voorstellingen, Drebbel graveerde ze in koperplaten, en deed dat uiterst verfijnd. Met de ‘zeven vrije kunsten’ werden in de zestiende eeuw bepaalde intellectuele vaardigheden bedoeld, zoals redeneren, musiceren en rekenen. In de prentserie van Goltzius en Drebbel is elk van de vakken verbeeld door typerende personen, handelingen en voorwerpen. De grammatica of taalkunde is bijvoorbeeld uitgebeeld door een vrouw die twee jongens het alfabet leert. Met de roede in haar hand dwingt ze discipline af. ALKMAAR OP DE KAART Rond 1595 vroeg het stadsbestuur van Alkmaar aan Drebbel om een plattegrond van de stad te maken. Hij deed dat op basis van metingen van de beroemde wiskundige en vestingbouwkundige Adriaen Anthonisz. Drebbels kaart is heel gedetailleerd en veel plekken in de hedendaagse stad zijn erop terug te vinden. Uitzonderlijk is dat de koperplaat met de plattegrond bewaard is gebleven. Deze is nog lang gebruikt: tot in de jaren 1940 zijn er afdrukken van gemaakt. Ui

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2023 | | pagina 12