0 50 100 150 200 4. Tabel van het aantal deelnemers aan het Toynbeewerk. OUDALKMAAR - 63 Of de lampenpoetser weer is verschenen is niet bekend. In elk geval zou het zestiende seizoen (1918-19) het laatste zijn van de Toynbee vereniging. Het bestuur kon in het jaarverslag weinig anders melden dan dat de vereniging er financieel deplorabel voorstond. De aangevraagde subsidie van ƒ50,- was door het eveneens noodlijdende Nut ook nog eens verlaagd naar ƒ15,-. Het daaropvolgende jaar werden als gevolg hiervan geen cursussen aangebo den, maar in zijn jaarverslag liet het bestuur weten vol verlangen te zijn om zijn werkzaamheden in het najaar De neergang viel vanaf nu niet meer te stuiten. Voor het vijftiende seizoen (1917-18) gaven zich niet meer dan 52 personen op. De agent die de orde tijdens de inschrijving moest bewaren had een rustige avond en ging met een sigaar voor bewezen diensten huiswaarts. Er werden die winter slechts vijf cursussen gegeven - Nederlands, Frans, Engels, boekhouden en Lezen en Schrijven - mede doordat verschillende leiders in het kader van de mobili satie waren opgeroepen voor militaire dienst. Omdat het brandstoffentekort nog altijd niet was opgelost, brachten soms leerlingen een turf mee om de kachel te stoken. Enkele leiders kozen er zelfs voor hun cursisten bij zich thuis te ontvangen. Dat deed ook Van der Lee. In haar verslag over de cursus Lezen en Schrijven gaf ze een ontroerend relaas over het onderricht dat ze had gegeven aan een getrouwd man, vader van drie kinderen, die lezen noch schrijven kon. opnieuw op te vatten. Voorwaarde was wel dat er finan ciële hulp werd geboden. Die kwam er inderdaad van het Nutsdepartement dat weer ƒ50,- subsidie wilde geven. Ook zou het lesgeld worden verhoogd naar één gulden. Het bleek allemaal tevergeefs. De fut was eruit. Er konden te weinig leiders bereid gevonden worden en verder was de onenigheid met de Spaarbank over de schoonmaak kosten niet opgelost en was er ook nog altijd een tekort aan brandstoffen. Het bestuur gooide het bijltje erbij neer. In zijn zwanenzang liet het weten het Toynbeewerk intussen als deels achterhaald te zien als gevolg van de nieuwe onderwijspolitiek. Met de onderwijswet van 1920 kwam namelijk formeel een eind aan het standenonder- wijs. Er ontstonden zogenoemde eenheidsscholen waarin alle kinderen ongeacht sociale afkomst hetzelfde onder wijs genoten. Wie weet zou Toynbee’s ideaal van de verbroedering daar meer kans krijgen. 1918-19 1917-18 1916-17 1915-16 1914-15 1913-14 1912-14 1911-12 1910-11 1909-10 1908-09 1907-08 1906-07 1905-06 1904-05 1903-04 ment Alkmaar, 1786-1969, archiefnummer 0253. De inventaris nummers 142-147 en 151 bevatten de voornaamste documenta tie betreffende de Toynbee-vereniging. 3. Notulen van de vergadering van de Toynbee-commissie op 29 september 1916. RAA 0253-143. 4. Verslag van de cursus Lezen en Schrijven in seizoen 1917-1918 door C.J. van der Lee. RAA 0253-151. BRONNEN 1. W.W. Mijnhardt en A.J. Wichers (red.), Om het algemeen volksgeluk. Twee eeuwen particulier initiatief 1784-1984. Gedenkboek ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (Edam 1984). 2. In het Regionaal Archief Alkmaar (RAA) bevindt zich het archief van de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen, departe- Hij heeft ondanks zijn zeer lage ontwikkeling toch vier deeltjes van Van der Meulen en Colenbrander doorgenomen. Ook kan hij nu zelf zijn werkboekje voor de gasfabriek (hij is lampenpoetser) invullen. Toen hij voor het eerst de namen van zijn kinderen opschreef, zat hij met tranen in zijn oogen op dit werkstuk te turen. We zullen hopen de man komende winter weer iets verder te brengen.4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2022 | | pagina 7