Ze waren het snel eens. Alkmaar kreeg ook een Toynbeevereniging 60 - OUDALKMAAR De nieuwe vereniging moest natuurlijk publieke bekend heid krijgen, vandaar dat op 30 september in de Alkmaarsche Courant een uitvoerig artikel was te lezen van de hand van Ternooy Apèl waarin hij Toynbee in het licht zette en vooral de door hem geïnitieerde activiteiten. Laatstgenoemde was voorzitter van de Spaarbank. Het waren stuk voor stuk heren die in tal van Alkmaarse besturen zitting hadden. Ze waren het snel eens. Er moest ook in Alkmaar een Toynbeevereniging komen en wel als instelling van het Nut. Ze vonden de directeur van de HBS, Z.Th. Diehl, en de oogarts A. Tuyl bereid mee te doen. Op 2 oktober ging het Nutsdepartement akkoord met de oprichting. Het zevental vormde het eerste bestuur. Toynbee-werk. Wat verstaat men hieronder? Men zou kort en goed kunnen zeggen: het beoogt de geestelijke en zedelijke ontwikkeling van de kinderen des volks, door middel van persoonlijke aanraking en bemoeiing van meer ontwikkelden en gegoeden met minder bevoorrechten. Wie door het Toynbee-werk gebaat worden, voelen zich gelukkig. 't Is hen een weldadig en verkwikkend gevoel, dat iemand, boven hen staande in maatschappelijken stand, in kennis of in kunsttalent, op voet van gelijkheid met hen omgaat, in hun leven en denken tracht in te komen en op hun standpunt zich zooveel mogelijk verplaatst. Maar wie het uitvoeren, zijn gelukkiger nog. Het eerste seizoen voldeed grotendeels aan de verwach tingen. De meeste cursisten bleven van begin tot eind trouw opkomen. Een punt van aandacht vormden echter de financiën want de boeken sloten met een tekort van ƒ60,-. Het werd weliswaar aangezuiverd door het departe ment, maar binnen het bestuur rees alras de vraag of niet een kleine contributie van de cursisten gevraagd zou kunnen worden. Men kwam er niet uit en voorlopig werd als compromis overeengekomen dat voortaan een vrijwillige bijdrage gevraagd zou worden. De kwestie van het lesgeld zou echter niet van tafel verdwijnen. In het hooggestemde artikel werd de oprichting van leeskringen in het vooruitzicht gesteld, maar als belang stellenden meer wilden weten over bijvoorbeeld natuur- of scheikunde, geschiedenis of staathuishoudkunde, gezondheidsleer, sociale vragen of kwesties van zedekun- dige aard dan konden zij dit kenbaar maken. Ook werd een beroep gedaan op Alkmaarders om zich als docent - leider genoemd - op te geven. Een advertentie riep geïnteresseerden, mits ouder dan zestien jaar, op om zich te komen aanmelden voor de avondbijeenkomsten van de Toynbeevereniging. Uiteindelijk bleken 48 personen zich te hebben opgege ven, van wie de meesten meer wilden dan alleen leeskrin gen. Het programma van het eerste winterseizoen telde dan ook cursussen staathuishoudkunde en staatsinrich ting, geschiedenis en aardrijkskunde, natuurwetenschap pen en verder leesavonden voor meisjes, voor mannen en voor knapen en tot slot een zangles. Voor Duits en boek houden konden nog geen leiders worden gevonden. Eind oktober ging het seizoen van start en blijkbaar maakten de leerlingen duchtig reclame, want gaandeweg groeide het aantal deelnemers tot maar liefst 75. Vijf avonden per week werd lesgegeven in de bovenzaaltjes van het Nutsgebouw die door de Spaarbank ter beschikking waren gesteld ‘met licht en vuur’ terwijl de bank boven dien een startsubsidie had verstrekt van ƒ50,-. Alleen de lessen in schei- en natuurkunde werden gegeven in de HBS aan de Paardenmarkt. 2. Arnold Toybee (1852-1881).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2022 | | pagina 4