3
DE ALKMAARSE
TOYNBEEVERENIGING
1903-1921
91
Bertus Bakker
nutsspaarbank
r
OUDALKMAAR - 59
De maatschappelijke tweedeling mag dan tegenwoordig
een brandend thema zijn, dat was eind negentiende eeuw
niet anders. De zogeheten Sociale Kwestie vormde een maat
schappelijk probleem dat om een oplossing schreeuwde.
Maar hoe viel de kloof te overbruggen tussen enerzijds
mensen die economisch, sociaal en cultureel bevoorrecht
waren en anderzijds mensen die het minder hadden getroffen?
De scheiding begon al op jonge leeftijd. Terwijl kinderen
van onvermogenden onderwijs volgden op armen
scholen, waren de burgerscholen bestemd voor de beter
gesitueerden. Deze standenscholen drukten op elk kind
een onuitwisbaar stempel; sociale stijging was nagenoeg
onmogelijk. Toch legde zich niet iedereen hierbij neer.
Een beroemd voorbeeld van zo’n idealist was Arnold
Toynbee (1852-1883) die als docent in Oxford zijn studen
ten zo ver kreeg om in de achterbuurten van Londen
arme bevolkingsgroepen kosteloos onderwijs aan te
bieden (afb. 2). Doel hiervan was begrip te kweken tussen
rijk en arm. Na Toynbee’s vroege dood werd het initiatief
onder zijn naam voortgezet. De beweging kreeg vervol
gens internationale verspreiding. In tal van landen werden
Toynbeeverenigingen opgericht en zo ook in ons land.
Er verrezen diverse volkshuizen, veelal onder de naam
Ons Huis, zoals in Amsterdam (1892), Den Haag (1895)
en Leiden (1899). Het waren de voorlopers van de latere
club- en buurthuizen en van de volksuniversiteiten.
Veel Nederlandse Toynbeeverenigingen werden opgericht
door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Volks
opvoeding en volksverheffing waren immers de doelstel
lingen van het Nut.1 In Alkmaar bestond al sinds 1786 een
departement van het Nut en het had hier al de nodige
instellingen in het leven geroepen, zoals scholen, een
volksbibliotheek en een spaarbank. Verder organiseerde
het Nut volksvoordrachten, maar tegen het einde van de
eeuw was de belangstelling daarvoor teruggelopen. Het is
niet toevallig dat in 1903 het Nut een punt zette achter
deze voordrachten en tezelfdertijd een Toynbeevereniging
oprichtte.
1. Het Nutsgebouw aan de Gedempte Nieuwe-
sloot. Foto voorgevel Nutsspaarbank, 1902.
Foto collectie Regionaal Archief, catalogus
nummer, FO 1001961.
HET BEGIN
Op 6 juli 1903 kwamen vijf leden van het Nut bijeen in
het nieuwe en nog altijd bestaande gebouw van de
Maatschappij aan de Gedempte Nieuwesloot (afb. 1). Het
kapitale pand was een paar maanden eerder in gebruik
genomen als zetel van de Nutsspaarbank. De vijf waren
de predikanten PJ. Glasz en J.F. Ternooy Apèl, de jurist
J. Bruyn en de HBS-leraren N. Meijer en E.M. van Soest.2