J --o i Intussen verandert het beeld van een archief totaal. Als je mensen vraagt hoe een archief eruit ziet geven ze een beeld van een verzameling oude papieren documenten. Is het daarom niet vreemd dat de archiefwereld nog weinig bezig is met de digitale toekomst? Jullie zijn kennelijk aan het pionieren. video) van gemeenteraden bezig, en met de archivering van websites en sociale media.’’ In de nationale archiefwereld wordt met belangstelling gekeken naar wat het RAA aan het doen is met de computerspellen. Het Alkmaarse archief is vooralsnog het enige dat zich ermee bezighoudt. Afgezien dan van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (een audiovisu eel archief met museale functie) in Hilversum. Alphenaar: “Beeld en Geluid is ook heel serieus bezig met soft- ware-archivering, ze krijgen daar ook subsidie voor. Wat wij doen sluit daarbij aan. Ze kwamen bij ons met de vraag: ‘Wat leuk wat jullie aan het doen zijn, willen jullie meedoen aan het Netwerk Digitaal Erfgoed?’ Beeld en Geluid weet natuurlijk ook wel dat publiek makkelijker bij een lokaal/regionaal instituut als het RAA binnenloopt. Alphenaar: “Ons voordeel is dat we een kleine, zichtbare organisatie zijn die dicht bij de mensen staat. Je kunt hier binnenlopen met je AH-tas vol spullen en zeggen: ‘Doe d’r maar wat mee.’ Met de acquisitie van dit soort aparte collectietjes is het goed dat je toeganke lijker bent dan bijvoorbeeld het Nationaal Archief dat in het verre Den Haag zit. Misschien zijn wij op de duur een eerste station voor de mensen en dat wij hun spullen dan eventueel doorspelen aan Beeld en Geluid omdat zij de betere faciliteiten hebben.’’ Alphenaar: “Ik denk dat het veelal ligt aan de mensen die in het archief werken en die een bepaalde interesse hebben. Of het nu om audio gaat, om strips of games, het zijn allemaal van die rafelranddingetjes. Er moet maar net binnen het archief iemand zijn die er iets mee heeft en daar iets mee gaat doen. Dan gaat het vanzelf rollen. Iemand die iets heeft met strips en die weet dat er in de regio mensen zijn die daarmee bezig zijn. Of die in de jaren ’80 in de hackersscene heeft gezeten. Bij andere archieven zitten weer mensen met andere interesses, die wij dan weer niet hebben.’’ Hoe groot is die scene hier geweest in de jaren '80 en ’90? Heb je daar intussen een beeld van gekregen? Alphenaar: “We zitten hier niet in de Randstad. Het meeste gebeurde toch in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht. Je had hier in Alkmaar natuurlijk wel de HTS. Daar zaten er veel die met computers bezig waren. Het rommelen met basic programma’s, dat kon iedereen wel. Maar het grotere werk daarvoor moest je meer kennis van hebben, en die zat vaak bij de technische scholen.” Maar hoe groot het was, nee, daar is nog geen goed beeld van. Alphenaar: “Ik heb vaak genoeg geprobeerd naar buiten te treden met: ‘Hier zijn we mee bezig, dit vinden wij belangrijk, kom op met jullie spullen.’ In 2019 hadden we een retrospellendag in het archief. Die trok veel mensen, maar de spullen waarop we gehoopt hadden, leverde het niet op.’’ “De slaapkamerprogrammeurs die in hun eentje programma’s zaten te maken, die moeten er volop zijn geweest. Mijn vader was een van hen. Die lijken we niet te kunnen bereiken of die denken: ik heb een bowlingspel- letje geprogrammeerd, wie interesseert zich daar nu voor. Ja, misschien wij wel! Want dat zegt iets over een bepaalde periode. Computerspelclubs, die waren er legio in de jaren ’80 en ’90. Daarin vond ook een heel aparte uitwisseling van kennis plaats. Die moeten ook archieven hebben gehad, die gaven tijdschriftjes uit. Dat komt nog niet echt boven water en dat is wel jammer.’’ Vooralsnog lijkt een andere benadering succesvoller. “Als je eenmaal binnen bent in dat wereldje van gamers en hackers binnen ons werkgebied, dan kom je vanzelf ook wel bij de juiste mensen terecht.’’ Leden van de 1001 Crew. Joost Honig is de eerste van rechts. Foto’s collectie Regionaal Archief Alkmaar.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2022 | | pagina 10