Tijd voor spel en
ontspanning was er wel,
maar het was weinig en
alles stond onder streng
toezicht.
sr Li'
en ZUID-HOLLi
1
32 - OUDALKMAAR
J»w» fc Ui
"nL
Het mag klinken alsof de jongens al met al redelijk goed
af waren. Iedere dag te eten, een beroepsopleiding, veel
beweging, wandelen en boeken lezen onder het toeziend
oog van vriendelijke bewakers klinkt niet al te slecht. Een
groot deel van de jongens blijkt na het ontslag uit het
gesticht inderdaad goed terechtgekomen te zijn. Hun
gedrag was verbeterd en de helft van hen kon op een
eerlijke manier zijn geld verdienen. Toch was het zeker
later, aan het eind van de eeuw, bepaald niet zo rooskleu
rig als het lijkt. De kinderen kregen weliswaar iedere dag
te eten, iets waar ze thuis niet op hoefden te rekenen.
Vrijwel alle jongens die binnenkwamen waren zwak en
ziekelijk, door de ondervoeding en de ongezonde
omstandigheden waaronder ze voordien hadden geleefd.
Maar zo bleven ze ook: ze kregen slechts honderd gram
vlees en honderd gram groenten per dag, erg weinig voor
opgroeiende jongens. Fruit, kaas, vis en eieren waren er
helemaal niet. Honger was dan ook evengoed de norma
le toestand van een gestichtskind en ziektes waren er aan
de orde van de dag. Temeer daar het onthouden van eten
een gewone strafmaatregel was. Bij een ongehoorzaam
heid werd hen al een maaltijd afgenomen. De vakoplei
ding was geen volwaardige opleiding, waar ze na hun tijd
in het gesticht veel mee konden. Slechts een derde van
de ontslagenen vond een baan in het vak waarvoor ze
waren opgeleid. Ze leerden aardig knutselen, maar echt
nuttige vakkennis deden ze niet op. Tijd voor spel en
ontspanning was er wel, maar het was weinig en alles
stond onder streng toezicht. De strakke dagindeling gold
voor iedere dag, behalve voor de zon- en feestdagen. Het
leven was er saai, streng en karig.
mocht worden, controleerde de directeur wel of er niets
ongunstigs over het gesticht in stond. Eens in de drie
maanden mocht familie op bezoek komen. De pupillen
deden er goed aan daar niet al te veel van te verwachten.
De reis was voor de armlastige ouders vaak te duur, vooral
als die vanuit het andere eind van het land moesten
komen.
Met de voorgeschreven vriendelijkheid van de bewakers
lijkt het helemaal tegengevallen te zijn. Lijfstraffen waren
formeel verboden, maar vooral later in de negentiende
eeuw blijken bewakers zich daar niets van te hebben
aangetrokken. Er zijn vrijwel geen getuigenissen van
ex-opvoedelingen bewaard gebleven, de arbeidende
klasse liet sowieso weinig geschriften na. Maar tegen het
eind van de negentiende eeuw kwam een ex-opvoede-
ling, George in der Maür, met een huiveringwekkende
getuigenis van mishandeling, wreedheid en fysiek
geweld. De bewakers waren veelal ex-militairen die wel
een harde hand hadden maar geen pedagogische
kwaliteiten. Zij hanteerden ‘het systeem van de ijzeren
vuist’. Bij wangedrag werden disciplinaire straffen
uitgedeeld: in het cachot op water en brood, of drie
dagen lang in de boeien. Bij het minste of geringste wat
de bewakers niet beviel kreeg een jongen ’s avonds geen
eten en werd het matras uit zijn bed gehaald. Hij moest
dan slapen op de ijzeren stangen van de krib, op de
grond gaan liggen was verboden. Probeerde hij te zitten,
dan werd hij op de ijzeren stangen in een liggende
houding vastgebonden. Stokslagen op de blote billen
waren een veelgebruikt middel om jongens manieren bij
te brengen. Sadisme was er schering en inslag. De eerste
decennia waren er geen meldingen van ontvluchtingen,
maar later kwamen die steeds meer voor. Het ontbreken
van tralies voor de ramen maakte het de jongens wat dat
betreft wel makkelijk. Op foto’s uit de twintigste eeuw
Knipsel uit de Nieuwe Haarlemsche Courant, 25
februari 1908.
BUITEN Li
Algemeen 0»
ISCHE C(
pft Attmrnlctrdlw:
*33, Haarlem
jnirtirr 1416.
25 r
•IS
B o e f j e s. Zaterdagmiddag ge
lukte het een zestal knapen uit liet
Rijksopvoedingsgestichl te Alkmaar,
bij het zoogenaamde wandelen, aan
hun bewakers te ontsnappen en in
de duinen te vluchten.
Hedennacht kwamen vijf van de
jongens, van de noordzijde uit de
duinen, op de sluizen te Uinuiden
aan, waar zij werden aangehouden.
Afgetobd, na zóó'u zwerftocht, werd
hun eenig voedsel verstrekt en in
middels de politie gewaarschuwd,
die de jongens in bewaring nam,
tot nader order. De jongelui zagen
er in hun Zondagsche pakjes netjes
uit, doch hadden reeds de voorzorg
genomen, de blinkende knoopeu
door boenen te vervangenook aan
de petten hadden zij een andere
vorm gegeven. De zesde jongen,
die een tegenovergestelde richting
was ingeslagen, is nog niet gevon
den.
l «taiiu 1 UI»i
1 .toiin I fa Aal c