De eetzaal van het gesticht, 1909. De timmerwerkplaats van het gesticht, 1907 30 - OUDALKMAAR wijs centraal, in plaats van straf. Het was bedoeld voor jongens onder de zestien jaar, die wel een delict hadden begaan maar vrijgesproken waren omdat ze, we zagen het al in het vonnis van Jan Dirks, ‘zonder oordeel des onderscheids’ hadden gehandeld. Dat wil zeggen: ze wisten niet beter, ze hadden nog geen oordeelsvermo gen. Het waren geen slechte jongens, alleen maar onopgevoed en daardoor het slechte pad opgegaan. Onder ‘delict’ verstond men daden die in onze ogen als buitengewoon licht voorkomen. Zaken als bedelen, landloperij en diefstal van kleinigheden als een brood of een paar dubbeltjes waren al genoeg om tot een jaren lang verblijf in het gesticht veroordeeld te worden. Jan Dirks had zich samen met een maatje schuldig gemaakt aan ‘eenvoudigen diefstal’. Wat hij precies had gestolen vermeldt het vonnis niet, maar de bewoordingen duiden er op dat men het zelfs in die zoveel hardere en strengere negentiende eeuw al niet zo ernstig vond. Hij verdiende daarom geen gevangenisstraf, maar wel een heropvoe ding. Kreeg hij dat niet, dan zou het van kwaad tot erger worden en wél uitlopen op echte misdaden, was de redenering. Om dat voor te zijn, moest het verbeterhuis hem weer op het rechte pad brengen. Voor dat herop voeden nam men ruim de tijd. Alle ‘opvoedelingen’, zoals ze werden genoemd, moesten tot hun achttiende verjaardag blijven. Wie nagaat dat veel van de kinderen elf of twaalf jaar waren toen ze aankwamen, kan uitreke nen dat dit voor velen een jarenlang verblijf inhield. In 1865 was er zelfs een geval van een vijfjarig jongetje, net de kleuterleeftijd ontgroeid, dat samen met zijn ouders wegens bedelarij was veroordeeld. Dertien jaar lang zat hij in Alkmaar opgesloten. De directeur vond het heel belangrijk dat ze hun volle tijd uitzaten. Als ze eerder dan vóór hun achttiende verjaardag vrijgelaten werden, zou dit de hele heropvoeding bederven. De eerste groep jongens die in het verbeterhuis verbleef, kwam per schip uit Rotterdam. Het was niet zo dat in Alkmaar alleen veroordeelde jongens uit de directe omgeving opgeslo ten werden. Ze konden vanuit het hele land komen, tot uit Gelderland, Brabant en Limburg aan toe. Omdat het niet om een strafinrichting ging, had direc teur Meeter voorgeschreven dat de bewakers weliswaar streng, maar ook liefdevol naar de jongens toe moesten zijn. Het moest zeker niet als een gevangenis aanvoelen, maar als een verbeterhuis, waar de jongens een goede, gezonde opvoeding moesten krijgen. De ramen waren aanvankelijk ook niet uitgerust met tralies. Hoe zag een gewone dag in het verbeterhuis eruit? De kinderen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2022 | | pagina 4